Datum: 20-03-2019
In de serie Thermometer schrijft een redactieteam over de actuele ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Door Maurice Hengeveld.
Hoe moet de gemeente aanbestedingen organiseren om de geformuleerde eigen ambities in ruimtelijke kwaliteit, programma, gezonde verstedelijking en duurzaamheid te bewerkstelligen? Die vraag stond afgelopen 13 maart centraal tijdens de bijeenkomst duurzame gebiedsontwikkeling, georganiseerd door de werkgroep Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit van D66 Utrecht. Bij ANNE op het Utrechtse Veemarktplein vertelden verschillende gastsprekers vanuit partijen die in de tenderfase betrokken zijn, over hun best practices in Utrecht en daarbuiten.
Inzet op een sturende rol
Onder andere de ruimtelijke kwaliteit is bij stedelijke ontwikkeling in sterke mate afhankelijk van de betrokken ontwikkelaar en zijn/haar visie op het project. Hoe voorkom je daarbij als gemeente dat een ontwikkelaar alleen maar uit is op het snelle geld en in zijn geheel geen interesse heeft in een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit van de betreffende ontwikkeling? Of is dat wantrouwen onterecht? Zoeken naar de juiste partijen is van groot belang, maar kunnen gemeenten ook sturen op hun plannen? Ruimtelijke kwaliteit raakt aan allerlei beleidsdocumenten (van Gebiedsvisie tot Startdocumenten en Stedenbouwkundig Programma van Eisen tot Bouwenveloppe en Definitief Ontwerp) en die op hun beurt zijn weer afhankelijk van de expertise van de behandelend medewerkers bij gemeenten, zoals gebiedsmanagers, stedenbouwkundigen en planeconomen. Zeker met de enorme ambities – vanuit zowel het lokale bestuur, politiek en de stad – die momenteel ook aan stedelijke ontwikkeling zijn gekoppeld lijkt het pure noodzaak dat gemeenten daarbij inzetten op een sturende rol, bijvoorbeeld bij het uitschrijven van een aanbesteding.
Opgave MARK/Leidsche Rijn
Ook bij de ontwikkeling van MARK, de hoogbouwkavel in Leidsche Rijn Centrum Noord, op de locatie waar voorheen de Belle van Zuylen zou komen, stelde de gemeente Utrecht bij de start van de selectieprocedure duidelijke kaders voor marktpartijen die interesse toonden voor deze unieke locatie. Ontwikkelaars kregen de kans om – bij voorkeur in samenwerking met bijvoorbeeld beleggers, bouwers, ontwerpers, vastgoedgebruikers – met een vernieuwend en ambitieus plan te komen. In de procesbrief van 23 maart 2018 daarover stelde de gemeente: “Wij verwachten van u een spraakmakende invulling voor de stad op zowel architectonische kwaliteit als ambitieniveau. Wij dagen u uit de visie en ambities van de stad Utrecht op het gebied van gezonde verstedelijking, slimme mobiliteit, duurzaamheid & energie en programma binnen de aangegeven (ruimtelijke) kaders en op basis van een uitgebreid participatieproces te verwezenlijken in een uniek en innovatief plan.” De ambities werden vervolgens in de procesbrief toegelicht.
Complexiteit neemt snel toe
Het is Rianne Nederhof, senior planeconoom binnen de Ontwikkelorganisatie Ruimte van de gemeente Utrecht, die vanuit haar ervaring met complexe tenders/aanbestedingen toelichting geeft op het proces. Daaruit blijkt dat iedere tender, actief ingezet of vanuit een faciliterende rol, maatwerk is en afhankelijk van de specifieke locatie, het gewenste programma en de geldende ambities op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid of mobiliteit. Onder andere vanwege de toename van binnenstedelijke projecten, maar ook vanwege de snelheid van ontwikkelingen op het gebied van onder andere duurzaamheid, neemt de complexiteit bij tenders volgens Nederhof snel toe. Samenwerking en vertrouwen zijn dan ook belangrijke factoren binnen de dikwijls kostbare procedures. Om in kaart te brengen met wat, hoe en waarom een bepaalde organisatie of plan zich onderscheidt van anderen wordt daarbij door de gemeente dikwijls het Golden Cirkel model van Simon Sinek als instrument gebruikt, waarbij het waarom de kern vormt. Nederhof haalt de plannen voor het Smakkelaarsveld aan als complexe, maar geslaagde exercitie om tot een verantwoorde keuze te komen.
Sturen op maatschappelijke meerwaarde
Emile Barendregt, adviseur bij Rebel Group in Rotterdam, houdt zich voornamelijk bezig met innovatieve aanbestedingen en contractering van complexe projecten. Werkzaam in verschillende sectoren bevindt zij zich binnen die projecten zowel aan de publieke als aan de private kant. Haar ambitie daarbij is om zo veel mogelijk meerwaarde te realiseren door te focussen op publieke doelen en tegelijkertijd rekening te houden met de businesscase en kennis en kunde van de markt. Vanuit de simpele redenering dat een aanbesteding niets anders is dan een procedure om tot een contract te komen (een overeenkomst waarin zowel risicoverdeling als financiën en overige afspraken zijn vastgelegd) is het volgens Barendregt vanzelfsprekend dat marktpartijen daarbij denken vanuit een haalbare business case. Om daar de voor lokale overheden maatschappelijke meerwaarde succesvol en financieel haalbaar aan te verbinden of te koppelen is dan de uitdaging en moet goed worden afgewogen. Denk onder andere aan placemaking of het behoud van kleinschalige initiatieven in de aanbesteding. Dat daarbij meerdere aanvliegroutes mogelijk zijn staat voor Barendregt voorop, zoals aanbesteden in fases, alternatieve contractvormen als DBFMO, PPS of een zogenaamde Design Competition.
Samen een passend plan maken
Martin Kraaij, selectiemanager bij ontwikkelaar Blauwhoed in Rotterdam en in Utrecht onder andere betrokken bij de ontwikkeling van Meyster’s Buiten en Stroom, zet bij al zijn projecten in op het creëren van prettig leefbare buurten met een menselijke maat en door middel van co-creatie. Deze vorm van samenwerking wordt door Blauwhoed waar mogelijk al in de tenderfase opgestart en levert in die gevallen verderop in het traject doorgaans veel voordeel op. Zo treden er minder bezwaarprocedures op wat de doorlooptijd van een project aanzienlijk verkort. Naar aanleiding van een aantal concrete projecten deelt Kraaij zijn ervaringen met verschillende tenders, waaruit blijkt dat daarbij nog wel wat te winnen valt. Zo mist bijvoorbeeld soms een focus in de uitvraag door de hoeveelheid kaders en eisen, wat het voor ontwikkelaars lastig maakt om een passend plan op te stellen. Dialoogsessies kunnen dan wel weer bijdragen aan het wegnemen van onduidelijkheden en twijfels. Van belang is volgens Kraaij dan ook dat gemeenten prioriteiten stellen binnen de vaak omvangrijke lijst met ambities en tot een heldere meetbare uitvraag komen. Ook pleit hij voor een kritische houding van de uitvragers ten aanzien van het financiële gunningscriterium, bijvoorbeeld door het grond bod vast te stellen zodat er écht op kwaliteit geselecteerd wordt.
Loslaten in vertrouwen
‘Hoe maken wij de wereld een betere plek’ is het vertrekpunt in alle opdrachten van Branimir Medić van Architekten CIE in Amsterdam. Dat aanbesteden inmiddels een ware ‘science’ is geworden en snel toeneemt in complexiteit is volgens Medić dan ook een ongewenste ontwikkeling. Dit niet in de laatste plaats omdat architectuur in dergelijke procedures dikwijls wordt gemarginaliseerd door deze laag te beoordelen ten gunste van bijvoorbeeld duurzaamheid of mobiliteitsvraagstukken. En dat terwijl 80 procent van het plan doorgaans architectuur is. Traditionele prijsvragen zonder zo veel complexe criteria leveren volgens Medić uiteindelijk toch gewoon het beste gebouw op omdat de architect sowieso altijd in relatie tot anderen werkt met oog voor zowel verleden als toekomst en volgens de geldende voorschriften uit het Bouwbesluit. Als voorbeeld laat Medić onder andere het Noorderparkbad in Amsterdam passeren, naar een ontwerp van Architekten CIE, wat zonder ingewikkelde uitvraag toch het meest duurzame zwembad van Nederland opleverde, dat ook nog eens werd overladen met prijzen. Al met al een zeer geslaagde missie waarbij vormgeving en functionaliteit elkaar aanvullen!
Voorbeeldproject
Binnen actuele aanbestedingsprocedures spitsen de selectie- of gunningscriteria zich doorgaans toe op lage EPC-waarde, duurzaamheidscertificering (BREAAM, GPR), een laag percentage vrije sector woningen, diversiteit in architectuur en typologie, biodiversiteit en niet te vergeten het WOW effect, stelt Medić. Bij MARK in Leidsche Rijn, een ontwerp van Architekten Cie, moest ‘gezonde duurzame verstedelijking’ op gebouwniveau als voorbeeldproject vorm krijgen. Kandidaten werden uitgedaagd een plan te presenteren met innovatieve technologische oplossingen ter bevordering van de gezondheid van de toekomstige bewoners. Daarnaast moest er worden ingezet op slimme mobiliteitsconcepten, BENG (bijna energie neutrale gebouwen) per 1 januari 2021 verplicht en voor MARK al van toepassing en een gemiddelde GPR-score van 7,8 over de 5 bijbehorende thema’s. Een visie op circulair bouwen werd gewaardeerd en er moest sprake zijn van een gevarieerd, flexibel en levensloopbestendig woningbouwprogramma met een ondergrens van 20 procent sociale huur en passende functies in de plint. Ook moesten belanghebbenden in vroeg stadium betrokken worden volgens het principe van Utrecht maken we samen.
Tender moe
In het discussiepanel onder leiding van Jasper Benus, specialist in alliantie- en omgevingscommunicatie bij Dietz, komen tot slot alle aspecten van aanbesteden die deze avond passeerden nogmaals voorbij en wordt nog eens uitgebreid ingezoomd op het effect van deze stapeling van ambities, kaders, criteria en eisen. Zeker ook omdat er momenteel veel in de markt wordt gezet worden ontwikkelaars tender moe en haken partijen dikwijls af. Het speelveld is in grote mate aan verandering onderhevig. Waar het omgevingsmanagement voorheen de taak was van overheden, komt dit nu in toenemende mate te liggen bij opdrachtnemende partijen. Daarnaast is de samenleving in transitie, burgers zijn mondiger en participeren vaker. Dit vraagt om een nieuwe manier van samenwerken, met nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Het in grotere verbanden met de betrokken beroepsgroepen voeren van deze discussie over aanbesteding en aanbestedingsregels lijkt dan ook zeker interessant.
Nieuwe richting praktijk aanbesteden
Het expertisecentrum aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat PIANOo geeft informatie, advies, instrumenten en praktische tips aan iedereen die zich in de publieke sector bezighoudt met het inkopen en aanbesteden van werken, leveringen en diensten. Voor alle aanbestedingen en (semi-) publieke instellingen is in Nederland vanaf 1 juli 2016 de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 van kracht, waarmee Nederland invulling geeft aan de Europese richtlijnen voor aanbesteden. Aanbesteden is en blijft echter maatwerk en daarom kan niet alles in regelgeving worden vormgegeven. In aanvulling op de wet heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat daarom nieuwe beleidsmaatregelen voorgesteld die richting moeten geven aan de praktijk van aanbesteden en verdere professionalisering ondersteunen en stimuleren. Dit aanvullend beleid wordt in nauwe samenwerking met PIANOo, aanbestedende diensten en ondernemers ontwikkeld.
(function(t,e,s,n){var o,a,c;t.SMCX=t.SMCX||[],e.getElementById(n)||(o=e.getElementsByTagName(s),a=o[o.length-1],c=e.createElement(s),c.type=”text/javascript”,c.async=!0,c.id=n,c.src=[“https:”===location.protocol?”https://”:”http://”,”widget.surveymonkey.com/collect/website/js/tRaiETqnLgj758hTBazgd08pcCdvZJ2sUalu79zH_2Ff1pIe0TCokdDeeYY_2F2r1nUo.js”].join(“”),a.parentNode.insertBefore(c,a))})(window,document,”script”,”smcx-sdk”); Maak uw eigen enquête voor feedback van gebruikers