publicatie

Datum: 20-12-2022

Ontwerpen voor stad van morgen wordt steeds complexer. Er moet worden verdicht, rekening worden gehouden met opgaven zoals klimaat, energie, biodiversiteit en bodem, en het is de uitdaging om de beoogde gebruiker en opdrachtgever niet uit het oog te verliezen. Kan ontwerpen met en het combineren van data leiden tot de benodigde interactie tussen deze actoren? En wat gebeurt er als datasets een sturend instrument worden bij stedenbouw en gebiedsontwikkeling, en ontwerpers eerder betrokken worden bij de selectie, analyse en verwerking van data? Maken we dan andere keuzes over wat en waar we iets bouwen?>

terug naar Magazine Interactielandschap

Data en gebiedsontwikkeling

Interactielandschap Utrecht, een ontwerpend onderzoek op initiatief van architectuurcentrum AORTA, gaat op zoek naar een antwoord op deze vragen. Ontwerpers krijgen steeds meer te maken met data. In gebouwontwerp wordt data al veelvuldig gebruikt voor ontwerpkeuzes, maar in de stedenbouw en gebiedsontwikkeling is het gebruik van data en de interactie tussen ontwerpkeuzes en data nog minder geïntegreerd. De verschillende omgangsvormen met data gaan ervan uit dat de selectie, validatie, analyse en toepassing van data vanzelfsprekend volgen uit de vraagstelling. Het ontwerpend onderzoek Interactielandschap draait dit om: wat gebeurt er als datasets de vraagstelling mee gaan sturen, en ontwerpers eerder betrokken worden bij de selectie, analyse en verwerking van data? Levert deze werkwijze andere en wellicht nieuwe inzichten op en dus ook alternatieve ontwerpopgaven?

Knooppunt Papendorp

Voor dit vraagstuk boog een ontwerpteam bestaand uit IMOSS bureau voor stedebouw, BASTA urbanism en Sweco zich samen met diverse experts over een concrete en relevante casus wanneer het op gebiedsontwikkeling aankomt: Papendorp/A12-zone. Dit is een van knooppunten die in de ‘Regionale Strategie Utrecht 2040’ (RSU) wordt aangewezen als nieuw centra waar verdichting moet gaan plaatsvinden. In de nabije toekomst transformeert Papendorp van een monofunctioneel kantoorgebied naar een gemixt woon-werkgebied. Door te bouwen rond de grote knooppunten van de stad verandert Utrecht van een ‘concentrische stad’, met één centrum, in een ‘polycentrische stad’, met meerdere centra. Hier verrijzen straks gemengde stedelijke programma’s, met een mix van wonen, kantoren en stedelijke voorzieningen in hoge(re) dichtheden. Denk hierbij aan winkels, sport, zorg, recreatie, maar juist ook groen. Zo wil Utrecht er voor zorgen dat iedere inwoner in de almaar uitdijende stad op een aanvaardbare afstand van stedelijke voorzieningen en groen woont.

Een nieuw perspectief op de opgave

In drie iteratieve cycli zocht het ontwerpteam uit of het mogelijk is om de huidige plannen en opgaven – in hoofdlijnen – middels data te vertalen naar voor ontwerpers bruikbare en inspirerende motieven en structuren en vorm te geven aan de dynamische en soms conflicterende ambities. Het doel? Met een nieuwe bril naar de opgaven van de stad kijken. Door data te genereren, te interpreteren, te waarderen en te koppelen laden ze argumenten om met nieuwe inzichten keuzes te maken.

Geen kritiek, maar inspiratie

De uitkomsten van het onderzoek zijn niet bedoeld om kritiek te leveren op de RSU. Eerder is het een aanvulling of uitwerking op basis van een alternatief ontwerpproces dat het werkveld kan inspireren. De ontwerpers bewijzen dat het gebruik van data niet alleen bedoeld is voor technische experts, maar dat de selectie, combinatie en interpretatie van data een belangrijk onderdeel kan zijn van het ontwerpproces zelf. Ze wenden de datasets aan als een instrument door ze te verknopen, de juiste vragen te stellen en scherp de uitkomsten te analyseren. Op deze manier wordt werken met data net zo goed een creatief- als een technisch proces.

Leeswijzer

In deze online publicatie zijn de resultaten van ‘Interactielandschap Utrecht’ gebundeld. Het bevat naast de mogelijk toekomstscenario’s voor Papendorp, een essay van Steffen Nijhuis, onderzoeksleider van de afdeling urbanism aan de TU Delft en een interview met de ontwerpers Bas Horsting (BASTA urbanism) en Joram van Otterloo (IMOSS bureau voor stedebouw). Steffen is van begin tot eind betrokken geweest als klankbordlid en chroniqueur bij het onderzoeksproject. Met zijn essay schetst hij de eindeloze mogelijkheden van datagedreven gebiedsontwikkeling en de manieren waarop data dienstbaar kan zijn binnen het ontwerpproces. Daarmee plaats hij het onderzoek in het juiste kader. Een animatie van Sweco maakt op een laagdrempelige manier inzichtelijk hoe data driven design en analyse tot nieuwe inzichten en keuzen leiden op het vlak van gebiedsontwikkeling, wat er gebeurt als je datasets verknoopt en de kansen die dat biedt.

terug naar Magazine Interactielandschap