TERUG NAAR OVERZICHT

Ontdekkingstocht naar de rol van data en informatietechnologie in stedelijk ontwerp

3D model Merwedekanaalzone, Utrecht

3D model Merwedekanaalzone

Maurice Hengeveld doet verslag van de vierde avond in de serie Stad van Morgen over Data en de stad, die 11 december plaatsvond in Club Nine bij TivoliVredenburg.

In deze vierde editie werd stilgestaan bij de vraag hoe Utrecht informatietechnologie inzet bij stedelijke ontwikkeling, hoe de stad van de toekomst wordt ontworpen en wat dat voor Utrecht betekent. Het gebruik van Big data kwam daarbij weliswaar ook in beeld, maar bleek vooralsnog een stap te ver.

Insteek

Hoe kan technologie bijdragen aan gebiedsontwikkeling, helpen om met inwoners en gebruikers van een gebied in gesprek te raken en zorgen voor een beter ontwerp of plan? Welke kansen liggen er voor data-gedreven gebiedsontwikkeling en wordt daarmee gevoel en beleving niet weggerationaliseerd? Hoe en waar zet Utrecht informatietechnologie eigenlijk in, wat voor data verzamelen we, met wie en hoe ver gaan we hierin? Dat waren de kernvragen tijdens de lecture #4 ‘Data en de stad’. Aan de hand van 3 aansprekende voorbeelden werd een beeld geschetst van de mogelijkheden en toepassingen op dit moment om met behulp van computermodellen en het gebruik van data te komen tot een goed ontwerp. Van het Funda Huis, via het Smakkelaarspark naar de Merwedekanaalzone werden deelnemers meegenomen naar de nabije toekomst van stedelijke ontwikkeling. Gaandeweg de avond bleken daar nog best wat vraagtekens bij te leven.

Funda Huis, Dingeman Deijs en Jeroen Atteveld

Funda Huis, Dingeman Deijs en Jeroen Atteveld

Droom versus realiteit

Een combinatie van een kasteel (de droom) en het rijtjeshuis (de realiteit) werd ontworpen door dingeman deijs architects. Dingeman Deijs zelf gaf toelichting op het eigenzinnige ontwerp van het Funda Huis, dat is gebaseerd op data van huizensite Funda (1 miljoen bezoeken per maand!). Uit de data van Funda bleek dat Nederland zoekt op villa’s en kastelen, maar dat rijtjeshuizen de meeste verkochte woningen zijn. Samen met Jeroen Atteveld ontwierp Deijs een woonhuis dat optimaal is afgestemd op de gemiddelde eisen (zoekopdrachten) van Funda-gebruikers. De match tussen kasteel en rijtjeshuis resulteerde in een ‘rijtjeskasteel’, waarbij de functies als hal, trapopgang, overloop, bad- en slaapkamer(s) speels, maar functioneel zijn ondergebracht in een ‘schil’ rond de grote centrale, vrije leef-/woonruimte. Doel van Funda was om de discussie te openen over hoe Nederland nu echt wil wonen en of ontwerp daarop moet en kan worden afgestemd. Hoewel het Funda Huis groot nieuws werd bleef de discussie helaas achterwege.

Op de vraag van moderator Daniëlle Arets wie er in het Funda Huis zou willen wonen werd vreemd genoeg weinig enthousiast gereageerd. De realiteit van het rijtjeshuis is blijkbaar nog sterk verankerd in het beeld op wonen. Toch blijkt er voor deze testcase veel belangstelling en bestaat er kans op realisatie! “Welke specifieke data zijn gebruikt bij het ontwerp?” wilde Ton van Mil van de Economic Board Utrecht (EBU) dan ook weten. Globaal komt dat neer op de meest bekeken (soorten) huizen alsmede de vrije zoekopdrachten die op Funda.nl worden geplaatst. De beschikbaar gekomen data zijn vervolgens uiteraard door de architecten geïnterpreteerd en her en der aangevuld, bijvoorbeeld met het aspect duurzaamheid wat op de huizensite nog maar zeer beperkt wordt aangeklikt. Het leek Joost van Faassen, senior strateeg ruimte en economie bij de gemeente Utrecht, interessant om te zien of een dergelijke manier van ontwerpen daadwerkelijk aansluit bij woonwensen. Daarnaast zou volgens hem ook de gemeente kaders kunnen stellen om één en ander passend te maken binnen bestaande visies op de ontwikkeling van de stad.

Het oog van de orkaan

Arda Basak van ontwikkelaar Lingotto gaf een inkijkje in de totstandkoming van het Smakkelaarspark, een plan voor het rommelige en complexe Smakkelaarsveld. Het unieke ontwerp, dat de naam ‘het oog van de orkaan’ meekreeg, is mede te danken aan de inzet van computersimulaties. Honderden varianten zijn doorgerekend op basis van vele parameters als maximale bezonning, geluidsniveaus, windhinder, maar ook op sociale veiligheid door voldoende zicht op alle plekken te bieden. Samen met het team, de gemeente, omwonenden en kritische Utrechtse denkers is zo een optimaal en visueel aantrekkelijk plan gemaakt als rustpunt in de drukke omgeving. De gestelde kaders – een park met woningen en het doortrekken van de Leidse Rijn – waren daarbij het vertrekpunt voor samenwerkingspartners Arup, Studioninedots, ZUS en VKZ om te komen tot een parametrisch ontwerp waarbij de ideale vorm door de computer werden bepaald.

Een dergelijke manier van ontwerpen – voor Lingotto nieuw en zelfs voor partner Arup uniek vanwege het enorme aantal variabelen – biedt zeker met het oog op de verdichtingsopgave in stedelijke ontwikkeling een ideaal toekomstperspectief. Geluidsbelasting bijvoorbeeld is volgens Ton van Mil enorm belangrijk bij verdichting en het gebruik van data kan daarbij een bepalende rol spelen. Ook in de Merwedekanaalzone bijvoorbeeld, waar de verdichting groter is dan tot nu toe in Utrecht, speelt dat volgens van Mil. Of en hoe een dergelijke manier van ontwerpen ook leidt tot (meer) invloed van zowel overheid als burger op het ontwerpproces – waarbij de ontwikkelaar/architect altijd rekening zal moeten houden met data analyses – moet zich nog uitkristalliseren. Veel van wat zich op dat gebied nu afspeelt is tenslotte nog een ontdekkingstocht. Daarbij speelt de vraag wat de stad wil toevoegen aan bestaande nationale en internationale kaders. Denk aan de sturing op Healthy Urban Living en de vernieuwende stedelijke concepten die vanuit dat kader lijken te ontstaan, zoals Wonderwoods.

Marcel Duffhuis, informatiemanager van de gemeente Utrecht vertelde tot slot over het gebruik van data en 3D-visualisaties in het ontwerp en de ontwikkeling de Merwedekanaalzone. Veel partijen kunnen daar op basis van een met data verrijkt digitaal 3D model van het gebied meepraten en meedenken over deze nieuwe stadswijk. Het model, gebaseerd op Unity, een programma dat wordt gebruikt voor onder andere computergames, maakt zichtbaar wat de effecten zijn van de geplande gebiedsontwikkeling. Je kunt ermee op elke gewenste locatie gaan ‘staan’ of over het gebied heenvliegen. Anders dan op een platte kaart maakt het model daardoor snel inzichtelijk wat de consequenties zijn voor het gebied, de omgeving en/of de stad. Op bestuurlijke afspraken heeft het model vanzelfsprekend geen invloed, maar het gaat zeker helpen om de stad beter te begrijpen en nieuwe inzichten te verwerven.

Het is de bedoeling dat dit model ook deel gaat uitmaken van een integraal 3D-platform van heel Utrecht. Een digitale omgeving waar veel verschillende (big) data en simulaties, van gebouwinformatie tot verkeersbewegingen aan kunnen worden toegevoegd en samenkomen, en waar weer nieuwe plannen kunnen worden getoetst en besproken. De Merwedekanaalzone is daarbij gekozen als eerste gebied om de mogelijkheden te verkennen en te ontdekken hoe technologie kan bijdragen aan een betere ontwikkeling en/of een beter proces. Op slimcity.nl zijn voorbeelden gegeven van vergelijkbare toepassingen elders, zoals 3dRotterdam, want uniek is het Utrechtse model niet. Het platform waarop een en ander is gebouwd is daarentegen wel uniek volgens Duffhuis. Of en hoe het precies de participatie van omwonenden gaat bevorderen kwam deze avond nog niet helemaal uit de verf.

Big data?

“Wat is/zijn eigenlijk de big data die in de gepresenteerde projecten zijn gebruikt?” kwam als vraag naar voren. Ton van Mil van de Economic Board Utrecht (EBU) gaf daarbij aan dat het gebruik van Big Data in dergelijke platformen vooralsnog niet speelt, maar wel op zeer korte termijn te verwachten valt. Bijvoorbeeld data van Google Streetview, het RIVM en/of het KNMI. Een stap verder is het gebruik van data uit mobiele apparaten of auto-elektronica. Daarmee komt een volgende discussie in beeld, namelijk over de vraag van wie de verzamelde data is, aan wie die data beschikbaar wordt gesteld en of je daar als burger (of lokale overheid) nog invloed op kunt uitoefenen. Over het beheer vraagstuk moet overduidelijk nog een stevige discussie gevoerd worden, maar een doorkijkje naar de toekomst van stedelijke ontwikkeling en ontwerp gebaseerd op data werd deze avond zeker gegeven. Het spelenderwijs door ontwikkelen van bestaande technieken lijkt daarbij vooralsnog de beste weg!