Datum: 17-09-2013

Tekst: Frank Stroeken

Hoe ziet een scenario eruit voor grootschalige stadslandbouw in Lage Weide? Deze vraag kreeg ik van Aorta, op een warme zomerdag.

Je hebt van die vragen die onmiddellijk beelden oproepen, al is het maar in je hoofd. ‘Oude loodsen, verpakt in een levende bekleding van druiven en aardbeien. Grote hallen met slasoorten in gelaagde opstellingen, verlicht met led-lampen en aangedreven door windenergie. Wilde tuinen op voormalige parkeerplaatsen. Daarbuiten een kudde stadsschapen over de lange bermen’. Zo’n zelfde vraag kan tegelijk een beetje jeuk veroorzaken. Je krabt wat, zonder dat het opvalt en je denkt: Lage Weide, interessant! Stadslandbouw, natuurlijk!  Grootschaligheid, boeiend! Maar waarom grootschalige stadslandbouw in Lage Weide?

Stadslandbouw vindt zijn oorsprong in de beleving van groene vingers en in het kritische oog dat wil zien waar zijn voedsel vandaan komt. Eerst de vingers. Veel mensen ervaren een gemis doordat ze geen contact meer hebben met voedselteelt. Zelf telen en voelen, zoals sommigen al jaren doen in volkstuinen en schooltuintjes, heeft een grotere groep mensen bereikt. Voor de een is het romantiek, voor de ander is het natuurbeleving, lichaamsbeweging, een ontmoetingsplek of zelfs een culinaire ervaring. Heel soms is er een financiële reden. Dit motief is, dankzij het ruime en goedkope marktaanbod van voedsel, beperkt. De crisis zorgt er wel voor dat er hier en daar grond ligt die tijdelijk bestemming-loos is en ontgonnen kan worden. Succesvol zijn terreinen die dicht bij woongebieden liggen en waar een groep mensen samen een tuin maakt, begrenst, omheint, inricht en beheert. Dit gebeurt op tal van plekken in Utrecht van Leidsche Rijn tot Hoograven en Overvecht. Daarnaast ontstaan er voedseltuinen op balkons, platte daken, stoepen en in achtertuinen.

Dan het kritische oog. Er is veel aandacht voor boerenmarkten, landwinkels en streekproducten waarmee voedsel uit de eigen regio wordt gepresenteerd. Ook dit zien we als een vorm van stadslandbouw. De mogelijkheid om zelf je voedsel op te halen bij de boer geeft een goed gevoel. Het gaat om zicht op het voedsel en om de waardering voor de plek van herkomst. Ondernemers springen hierop in met arrangementen die het streekvoedsel thuis bezorgen met weinig transportkosten en met een goed verhaal (streekbox, beebox).  Op een iets grotere schaal zien we dat de stad en haar voedsellandschap zo opnieuw worden verbonden. Dit levert niet alleen voedsel maar het biedt ook mogelijkheden om de kwaliteit van het landschap rond de stad te verbeteren volgens de idealen van stedelijke consumenten.

Kan dit kritische oog ook in de stad zelf bediend worden? Wij denken dat dit alleen als showcase mogelijk is, waarbij productie, consumptie en beleving samen plaatsvinden. Grootschalige voedselteelt is in de stad niet kansrijk. Het wordt wel onderzocht, bijvoorbeeld in leegstaande gebouwen. Het idee is dan om met efficiënte technologie, uit bijvoorbeeld glastuinbouw, voedsel te produceren voor de omliggende stad. De charme van zichtbaar voedsel raakt dan al snel uit beeld. Bovendien, gebouwen die voor andere doeleinden zijn gemaakt leveren onherroepelijk beperkingen op. Hierbij moet geconcurreerd worden met landbouwers die op het veel goedkopere platteland of in een moderne kas werken. Het Utrechtse platteland heeft landbouwgrond die honderd keer goedkoper is dan bouwgrond in de stad.  En zelfs die boeren moeten overleven in een wedloop naar het beste product voor de laagste prijs.

Hoe past Lage Weide hierin? Lage Weide is een industriegebied met veel ruimte voor vracht en wagens. Het is sinds kort grandioos ontsloten aan de A2, het ligt vlak bij de A12, aan een haven en aan spoorlijnen.  Het functioneert als draaischijf voor alle spullen die de stad nodig heeft. Zoals voedsel dat vanuit de hele wereld wordt aangevoerd. Waarom zou je een werkend werklandschap veranderen?

Er staan gebouwen leeg. Vraag en aanbod matchen niet overal. Toch zal Lage Weide de komende decennia niet verpauperen. Het zal wel transformeren. De ontwikkeling van Leidsche Rijn centrum zal uitstralen naar Lage Weide in de oksel van A2 en spoorlijn. Er ontstaat een nieuwe verhouding tussen transportbedrijven en hoogwaardige kantoren bij de nieuwe afslag aan de A2. Er komen routes die het gebied verbinden met de stad. Er zullen mogelijkheden ontstaan om Lage Weide duurzamer en gezonder te maken, met meer kwaliteit in het groen. Misschien ook wel met stadslandbouw. Maar dat is dan een antwoord op een andere vraag.

De vraagstelling voor dit artikel sluit aan bij een casus over stadslandbouw en Lage Weide die op de dag van de architectuur in 2012 werd georganiseerd. 


Frank Stroeken is landschapsarchitect en bureaupartner van Terra Incognita. Frank schreef het boek Vlaaien op de Neude over de historie van het voedsellandschap van de stad Utrecht.
Voor meer informatie: http://www.terra-i.nl