Datum: 28-07-2017
De stand van zaken rond ‘Healthy Urban Living’ in Utrecht.
‘Utrecht Centrum wordt een toonbeeld van duurzame en gezonde verstedelijking.’ Dat was de boodschap tijdens presentatie van de toekomstvisie voor Het Nieuwe Centrum in april 2015, tevens de aftrap voor ontwikkelfase II van het Stationsgebied. Daarbij wil de gemeente een flinke sprong voorwaarts maken in gezonde verstedelijking en mogelijk zelfs uitgroeien tot een duurzaamheidsicoon. Na twee jaar blijken de Utrechtse ambities rond Healthy Urban Living vooralsnog echter een flinke puzzel voor beleidsmakers.
Tekst: Maurice Hengeveld
Duurzaamheidsicoon
De aftrap van ontwikkelfase II van het Utrechtse Stationsgebied werd april 2015 ambitieus ingestoken door deze te koppelen aan Healthy Urban Living (HUL) als doelstelling. Ook werd het als kans gezien voor de stad om uit groeien tot een duurzaamheidsicoon op regionaal, nationaal en zelfs Europees niveau. De ambitieuze presentatie destijds van Jacqueline Cramer, voormalig directeur van het Utrecht Sustainability Institute (USI), bleek alles behalve een praatje voor de bühne. Binnen het Europese Climate-KIC initiatief was voor het programma ‘Smart Sustainable Districts’ de herontwikkeling inmiddels verkozen tot één van de pilotprojecten. Kern van het project is ‘de inzet en het testen van innovaties op lokaal districtsniveau om die vervolgens op te schalen naar een meetbare vermindering van broeikasgassen en CO2-voetafdruk voor steden van de toekomst’.
Een flinke puzzel
Vertaald naar ontwikkelfase II het Stationsgebied betekent het pilotproject concreet dat verschillende kennisinstellingen uit Europa, onder leiding van het USI de duurzame herontwikkelingsambities van de gemeente Utrecht en haar partners voor dit gebied verder uitwerken. Doet Utrecht dat goed dan liggen er, zo stelde Ton van Mil als directeur van de Economic Board Utrecht (EBU) en in die hoedanigheid tevens kwartiermaker en economisch inspirator HUL, kansen om het concept als exportproduct in te zetten. Vertrekpunt daarbij was de met veel tam tam gepresenteerde ‘Toekomstvisie Utrecht Centrum: a healthy urban boost’. Dat de concrete invulling van al die ambities vooralsnog echter een flinke puzzel is bleek oktober vorig jaar tijdens de Get Connected bijeenkomst van de EBU rond het thema.
Stand van zaken
De Get Connected bijeenkomst oktober vorig jaar was de tweede rond het thema HUL in de regio Utrecht. Een jaar eerder was het thema geagendeerd als gezamenlijke regionale propositie en dus werd in oktober door betrokken partijen – overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en investeerders – geïnventariseerd wat de stand van zaken is. Van Mil van de EBU gaf daarbij te kennen, dat er sprake is van een flinke puzzel waarbij het realiseren van ‘cold tech, warm touch’ nog een belangrijke opgave is. ‘Hoe bereik je nou bijvoorbeeld die ene man in Overvecht?’, vroeg hij zich af en ook: ‘Het gaat om kwaliteit, om mensen en niet om technologie. Het draait om de vraag: hoe maken we het menselijk?’ Is het bereiken en vervolgens betrekken van inwoners van de stad en de regio bij de ambities rond HUL essentieel voor het welslagen ervan?
What’s in it for me?
Het agenderen van HUL als gezamenlijke regionale propositie legt nadrukkelijk het EBU-belang bloot van het investeerbaar maken ervan door slimme coalities. Voor een economic board is dat ook vanzelfsprekend. Het belang van en voor inwoners van de stad en regio Utrecht komt – de terechte constateringen en vragen van Van Mil tijdens de Get Connected bijeenkomst ten spijt – nog nauwelijks aan bod. Inwoners echter willen net als betrokken partijen duidelijkheid over wat het ze oplevert en/of welk belang ze ermee dienen. De gemeente zet in op HUL als interessant exportproduct, het bedrijfsleven zoekt een afzetmarkt voor haar producten of diensten, kennisinstellingen willen graag aanzien verwerven en investeerders zoeken (doorgaans) rendabele projecten. Op die ‘what’s in it for me-vraag’ zoeken vanzelfsprekend ook inwoners een overtuigend antwoord.
Versnipperd aanbod informatie
Wie als (niet direct betrokken) inwoner zoekt naar die antwoorden en een rondje Googled op de zoekterm ‘Healthy Urban Living Utrecht’ komt een versplinterd aanbod tegen van informatie over het thema. Het leidende USI leidt de lijst zoekresultaten geenszins aan en verschijnt pas op pagina 3 van de zoekresultaten, voorafgegaan door verwijzingen naar websites van het Kenniscentrum Healthy Urban Living (KCHUL) van de Universtiteit Utrecht, de EBU, CU2030, Utrecht City in Business (UCiB), de gemeente Utrecht, het RIVM, Architectuurcentrum Aorta en zelfs de Uitagenda Utrecht. De op die websites aangeboden informatie geeft vervolgens weinig tot geen directe aanknopingspunten over enerzijds de stand van zaken en anderzijds het belang van HUL voor inwoners. Er valt dus nog een wereld te winnen in het overzichtelijk aanbieden van (voor inwoners) relevante informatie.
Wie zoekt zal vinden?
Dat die informatie niet bij USI vandaan komt wordt duidelijk uit de missie van het instituut als ‘herkenbaar knooppunt voor onderzoek, ontwikkeling en concrete toepassing van kennis en innovatieve oplossingen op het gebied van duurzame stedelijke regio’s.’ Ook wil USI een platform bieden ‘voor kennisontwikkeling, informatie en inspiratie over de samenhang tussen de verschillende technisch-wetenschappelijke, financieel-economische en sociaal-culturele aspecten van duurzaamheid.’ Zowel USI als het door USI beheerde platform ssd-utrecht.nl (smart sustainable district) zijn dus niet gericht op inwoners, daarvoor is er de goed bezochte informatieve website CU2030 rond de ontwikkelingen binnen het Stationsgebied, hét pilotgebied voor HUL. Helaas ook daar geen overzichtelijk HUL-verhaal, geen stand van zaken en geen concrete ontwikkelingen, maar slechts een ‘Openbare dataroom Healthy Urban Quarter’ met linkjes naar achtergronddocumenten.
Innovatieve oplossingen
Dan dus toch het platform ssd-utrecht.nl maar even raadplegen. ‘Utrechtse innovaties in de spotlight tijdens de Innovation Expo 2016’ kopt daar een nieuwsbericht van mei 2016. ‘Tijdens de Innovation Expo op 14 april 2016 stonden Utrechtse innovatieve oplossingen op het gebied van duurzame verstedelijking in de spotlight. Aan de hand van twee gebieden in Utrecht, het Science Park en Het Nieuwe Centrum, werden innovaties zoals Smart Solar Charging, slimme glasvezeltechnologie, fiets- en wandelbeleving in de stad en de Utrechtse interactietafel gepresenteerd.’ In een bijzonder aansprekend filmpje geven professionals daarbij uitleg over die Utrechtse innovatieve oplossingen. Jammer is daarbij dat de linkjes in de uitnodigende zin onder het filmpje – ‘Bekijk het overzicht van de Utrechtse innovaties op het Science Park en in Het Nieuwe Centrum’ – niet leiden naar bestaande webpagina’s.
Andere belangen
Tot slot levert ook op utrecht.nl, de gemeentelijke website, de zoekterm Healthy Urban Living, geen noemenswaardige zoekresultaten voor inwoners op. De vraag dient zich aan of er sprake is van een gebrekkige communicatie rond één van de belangrijkste ontwikkelingen in Utrecht op dit moment. En…als dat het geval is, zet dat inwoners dan buiten spel of op achterstand bij de verwezenlijken en/of invulling van de ambities op het gebied van gezonde verstedelijking. Voor hen spelen tenslotte heel andere dan alleen economische belangen een rol bij de groei en ontwikkeling van hun stad. Als het, zoals Van Mil constateerde tijdens de Get Connected bijeenkomst afgelopen oktober, van belang is om inwoners te bereiken en te betrekken, wat zijn daarvoor dan de juiste instrumenten? Goede vraag wellicht voor een volgend Stadsgesprek?
Urgente ambitie
De ambitie om van Utrecht Centrum, inmiddels omgedoopt tot Beurskwartier, een toonbeeld van duurzame en gezonde verstedelijking te maken biedt niet alleen kansen, maar is ook nogal urgent. Volgens de huidige prognoses woont in 2050 zo’n 75 procent van de wereldbevolking in stedelijke gebieden. Ook Utrecht groeit inmiddels qua inwonertal uit haar voegen en binnenstedelijke verdichting is de voorliggende opgave. Dat geldt overigens niet alleen voor het Beurskwartier, maar bijvoorbeeld ook voor de Merwedekanaalzone waar 6.000 tot 9.000 woningen, bedrijfsruimtes en uiteenlopende voorzieningen gepland staan. De vraag hoe bij dergelijke omvangrijke opgaves een gezond en aantrekkelijk stedelijk klimaat te realiseren staat daarbij terecht hoog op de agenda. Dat het bij die ambities uiteindelijk ook gaat om het informeren en betrekken van inwoners zou voorop moeten staan.
Spread the word
Jammer dus dat het voor Utrechters moeilijk is om de ontwikkelingen rond gezonde verstedelijking in hun stad te volgen. Een betere publiekscommunicatie door zowel de gemeente als door betrokken bedrijven, organisaties en instellingen lijkt dan ook hard nodig. Waar bijvoorbeeld USI zich profileert als versterker van de duurzame uitstraling van stad en regio Utrecht in binnen- en buitenland zou ook iemand zich moeten opwerpen als versterker richting inwoners. Daarnaast zou bijvoorbeeld ook de lokale media het onderwerp kunnen omarmen en naast informatieve berichtgeving ook moeten inzetten op het (kritisch) volgen van de ontwikkelingen op dat gebied. Want het feit dat het aan goede, eenduidige communicatie vooralsnog ontbreekt betekent namelijk geenszins dat er geen concrete en nieuwswaardige stappen worden gezet. Pas als je die stappen op weg naar een gezonde toekomst ook deelt met je inwoners landen ze waar ze uiteindelijk moeten landen…in de stad!
Headerbeeld: De woontorens Wonderwoods | Beeld G&S Vastgoed KondorWessels Projecten
Maurice Hengeveld is tekstschrijver-redacteur-journalist en in die hoedanigheid o.a. verbonden aan de stadsglossy LEVEN! magazine Utrecht en het populaire wijkmagazine Mens en Wijk in Utrecht noordoost. Zijn betrokkenheid bij het Utrechtse deed hij op als hoofdredacteur in de beginjaren van de lokale nieuwssite DUIC.nl en als mede initiatiefnemer van en verantwoordelijk voor pr en communicatie rond het gebiedsproject Meer Merwede rond de transformatie van de Merwedekanaalzone. In zijn werk voor uiteenlopende opdrachtgevers richt Maurice zich voornamelijk op storytelling, brand journalism en web content strategie en daarbij schrijft hij graag over zijn geboortestad: Utrecht.