Datum: 16-09-2014

De bereikbaarheid van de stad Utrecht staat al geruime tijd zwaar onder druk als gevolg van het grote aantal omvangrijke infrastructurele projecten. Terwijl menigeen zich daaraan groen en geel ergert en niemand er enige samenhang in herkent werkt de gemeente Utrecht momenteel achter de schermen aan de uitwerking van het ambitiedocument ‘Utrecht: Aantrekkelijk en Bereikbaar’ uit 2012. Daarin staat naast bereikbaarheid ook de kwaliteit van de stad centraal. Wat brengt dat ambitiedocument de stad de komende jaren en hoe en waar valt dat te volgen?

Tekst: Maurice Hengeveld

Opmaat
‘We gaan van Utrecht dé OV en fietsstad van Nederland maken.’ Die zin is terug te vinden onder het kopje ‘Aantrekkelijke en bereikbare stad’ in de inleiding van het in mei 2010 gepresenteerde collegeprogramma ‘Groen, Open en Sociaal’. Het toenmalige college van burgemeester en wethouders van Utrecht liet daarmee haar ambities zien op het gebied van mobiliteit. In een nadere toelichting stelde het college destijds aanvullend nog: ‘Nieuwe concepten van mobiliteit, werken en wonen zijn nodig om alle aantrekkelijke kanten van Utrecht te accommoderen op haar beperkte grondgebied.’ Het voornemen om daarmee aan de slag te gaan werd in het collegeprogramma beschreven als inspirerend enerzijds en noodzakelijk anderzijds. Vanwege de te verwachten groei van stad en regio moet namelijk worden ingezet op nieuwe en creatieve oplossingen om de stad ook in de toekomst duurzaam en bereikbaar te houden. Bijvoorbeeld door een schaalsprong in het openbaar vervoer en alternatieve vormen voor de automobiliteit van, naar en binnen Utrecht.

Ambitiedocument
Al weer ruim twee jaar terug, op 3 juli 2012 om precies te zijn, werd in vervolg op de voornemens uit het collegeprogramma uit 2010 het ambitiedocument ‘Utrecht: Aantrekkelijk en Bereikbaar’ vastgesteld. Aan de hand van zeven speerpunten vormt dit document, samengesteld met behulp van experts en belangenorganisaties in de stad, de basis voor verder beleid op het gebied van mobiliteit. Waar bij ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen voorheen de nadruk lag op het oplossen van verkeersproblemen, werd daar in het ambitiedocument ‘het verbeteren van de kwaliteit van de stad’ aan toegevoegd, centraal gesteld zelfs. Om Utrecht ook op de langere termijn leefbaar en vitaal te houden zet het ambitiedocument in op de fiets als eerste vervoerskeuze in de stad en een regionaal tramnetwerk als basis voor het ov-systeem. De stadsring moet worden ontwikkeld tot een stedelijke boulevard met alleen plaats voor lokaal autoverkeer en de poorten van de binnenstad moeten een hoge belevingswaarde krijgen. De inrichting van de stad moet daarbij aansluiten op het (gewenste) gedrag van verkeersdeelnemers waarbij de locatie de mobiliteit bepaalt.

Nieuwe parkeeraanpak voorop
Hoewel nog ‘slechts’ een ambitiedocument heeft ‘Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar’ in de afgelopen twee jaar al geleid tot vervolgstappen. Waar de verdere uitwerking moet gaan leiden tot drie kaderstellende deelproducten, een kwaliteitsagenda, een mobiliteitskader en een strategienota parkeren, werd die laatste, ondanks felle protesten vanuit de oppositie, inmiddels op 28 maart 2013 door de Utrechtse gemeenteraad vastgesteld. Voor de totstandkoming van deze ‘Nota Stallen en Parkeren’ sprak de gemeente met de wijkraden, ondernemers, ontwikkelaars, woningcorporaties en experts over het parkeren van fietsen en auto’s. De suggesties en aanbevelingen van de diverse betrokkenen hebben bijgedragen aan de invulling van de nieuwe parkeeraanpak. Het uitvoeringsprogramma is inmiddels in werking gezet met een strengere handhaving op fout gestalde fietsen en zogenaamde ‘weesfietsacties’, de verhoging van de parkeertarieven en het uitbreiden van betaald parkeerzones.

Interessante opgaves
Het ambitiedocument zet, naast de parkeernota, echter ook in op een aantal interessante opgaves, die de kwaliteit van de stad en dus ook de beleving daadwerkelijk kunnen verbeteren. Een samenhangende aanpak van infrastructuur en ruimtelijke inrichting moet vorm krijgen aan de hand van vier thema’s. Poorten van de stad doelt op plekken waar voetgangers, fietsers en OV-reizigers de binnenstad betreden. Het gaat dan om de centrumboulevard en de stadscorridor in West, Rotsoord en Ledig Erf in Zuid alsmede de Oudenoord en St. Jacobstraat in Noord. Inzet daar is het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte. Bij de as van kennis en cultuur gaat het om het versterken van de podia van de stad (Leidsche Rijn Centrum, Binnenstad, Uithof, Vleutenseweg en Bilstraat) en hun onderlinge samenhang. Het thema stadsboulevard richt zich op herinrichting van de stadsring bij Beneluxlaan, St. Josephlaan en Waterlinieweg. En het thema de verbonden stad tenslotte zet in op herinrichting van de stadsentrees bij de Graadt van Roggenweg, de Europalaan en HOV-as Noord. Tot de verbeelding sprekende artist impressions laten daarbij mogelijke toekomstscenario’s zien.

Een nieuwe beleving
Eén van de door het college benoemde thema’s geeft een doorkijkje naar een ingrijpende zowel als wezenlijke veranderingen aan de ruimtelijke inrichting en daarmee de beleving van de stad: de bijzondere opgave voor de herstructurering van de Waterlinieweg van stadsring tot stadsboulevard. Langs de nu nog verhoogd gelegen Waterlinieweg liggen belangrijke kwaliteiten van Utrecht in een groene omgeving: de Lunetten, het Rietveld Schröderhuis, de Kromme Rijn, Park Bloeyendael, het Wilhelminapark, Galgenwaard, het Beatrixpark. Belangrijk is om deze kwaliteiten weer zichtbaar te maken, daarmee de samenhang in dit deel van Utrecht te versterken en Rijnsweerd als kantorenlocatie uit het ‘ruimtelijk isolement’ te halen. Een aansprekende visie op een dergelijke herstructurering kwam tot stand naar aanleiding van het Stadsdebat Utrecht als opmaat naar het Dynamisch Stedelijk Masterplan. De visie werd door zowel betrokken partijen als ook binnen het college zeer positief ontvangen. Volgens de toenmalige wethouder verkeer Frits Lintmeijer is er zelfs sprake van een oude wens van de gemeente Utrecht!

Urban Trajectories
Ook de bevindingen van Urban Trajectories over het belang van een kwalitatief fietsrouteontwerp waarbij belevingswaarden centraal staan sluiten naadloos aan bij het ambitiedocument ‘Utrecht: Aantrekkelijk en Bereikbaar’. Als leidraad voor de toekomstige vormgeving van de stedelijke infrastructuur is het terugdringen van het autoverkeer en het stimuleren van fietsverkeer en OV de hoofddoelstelling van het ambitiedocument. Verkeerskundige aspecten moeten daarbij gelijk opgaan met ruimtelijke en programmatische aspecten. Het belang van betere, meer aantrekkelijke fietsroutes staat ook bij het huidige college hoog op de agenda, maar hoe zijn die doelstellingen en verworven inzichten op een concrete manier te vertalen in beleid en ontwerp? Hoe implementeer je het belang van beleving en een geïntegreerde aanpak in de alledaagse praktijk, waar het belang van fietsen maar al te vaak nog bevochten moet worden op de busbanen en de auto’s. Hoe kun je kortom de praktijk van het stadmaken daadwerkelijk beïnvloeden?’

Op weg concrete maatregelen
Mooie ambities en plannen dus, maar hoe nu verder? De uitwerking van het ambitiedocument ‘Utrecht: Aantrekkelijk en Bereikbaar’ krijgt zoals vermeldt, in samenhang met het Dynamisch Stedelijk Masterplan uit 2011, vorm in een kwaliteitsagenda Mobiliteit en Ruimte, een Mobiliteitskader en de inmiddels vastgestelde Strategienota Parkeren en Stallen, waarin het parkeerbeleid verder is uitgewerkt. Het Mobiliteitskader gaat voorzien in een uitwerking in concrete maatregelen van de infrastructuurnetwerken voor fiets, openbaar vervoer en autoverkeer. In de Kwaliteitsagenda worden de samenhangende keuzes voor mobiliteit en ruimte uitgewerkt tot concrete maatregelen aan de hand van de vier leidende thema’s (zie hierboven onder het kopje ‘interessante opgaves’). De onderlinge samenhang in die uitwerking moet uiteindelijk worden vastgelegd in het vervolgdocument: ‘Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar: van ambitie naar resultaat’. Hierin zal een pakket van maatregelen voor 2020 zijn opgenomen, afgestemd op de lopende projecten in de stad.

Hobbels op de weg
Niet alleen de onderlinge samenhang in de uit te werken concrete maatregelen vormen een behoorlijke opgave voor de gemeente Utrecht. Inmiddels refereren diverse burgerinitiatieven in de stad aan zowel inhoud als doelstelling van het ambitiedocument. Zo gaf het Comité van Zijstweg in 2011 te kennen dat de gemeentelijke plannen voor verbreding van de van Zijstweg naar 2×2 rijbanen met daarnaast een HOV-baan in strijd zijn met de doelstellingen in het ambitiedocument. Rond de gemeentelijkeOntwikkelvisie Lombokplein en omgeving uit 2012, waarin staat dat het aanhaakt bij het ambitiedocument, gaf de Ontwikkelgroep Lombok Centraal aan dat de inmiddels geschrapte optie van ondertunneling van het Westplein beter aansluit op de doelstellingen van het ambitiedocument. En ook de initiatiefgroep Kracht van Utrecht, die zich inzet voor een gezonde leefomgeving, plaatste een aantal kanttekeningen over het gebrek aan een integrale visie op ruimtegebruik in het ambitiedocument. Tot slot vielen de verbeteringen aan (hoofd)fietsroutes in de stad, met name daar waar klinkers werden vervangen door (rood) asfalt, niet altijd in goede aarde bij omwonenden.

Volgen?
Een pittig en uitgebreid, maar even zozeer interessant en uitdagend traject ligt dus in het verschiet, temeer daar inmiddels ook het nieuwe college zich in haar Coalitieakkoord 2014 heeft verbonden aan verdere uitwerking van het ambitiedocument door middel van een uitvoeringsagenda met een horizon van 4 tot 6 jaar. Daaraan wordt momenteel achter de schermen gewerkt. Wie de uitwerking wil volgen kan dat doen via een speciaal op de website ingerichte pagina over het ambitiedocument, de verdere uitwerking en de uitvoering. Daar wordt onder andere ook inzicht gegeven in lopende en inmiddels afgeronde projecten die onder de vlag van ‘Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar’ zijn opgepakt. Maar ook projecten in voorbereiding komen er aan bod. Het geeft zicht op de toekomstvisie van de gemeente op het gebied van mobiliteit en de kwaliteit van de gebouwde omgeving én biedt met name inwoners van de stad inzicht in de samenhang tussen wat zij mogelijk ervaren als los van elkaar staande infrastructurele projecten.


Maurice Hengeveld is freelance tekstschrijver-redacteur-journalist en tevens als pr/communicatiemedewerker verbonden aan het gebiedsproject Meer Merwede. Hij werkte voorheen als hoofdredacteur bij DUIC.nl en als coördinator pr/communicatie bij De Kargadoor. Maurice richt zich voornamelijk op storytelling, brand journalism en web content strategie en schrijft graag over zijn stad: Utrecht.

Ook interessant: