Datum: 04-09-2017

Vanwege het 100-jarig jubileum van De Stijl zijn veel etalages in Utrecht versierd met stickers in primaire kleuren, soms aangevuld met Rietveldstoelen of modellen van het Rietveld Schröderhuis. Ironisch genoeg zijn de winkelpuien die Gerrit Rietveld zelf heeft ontworpen niet gedecoreerd. Hij ontwierp namelijk acht winkels in Utrecht, waarvan de helft bewaard bleef. Voor Arjan den Boer vormt het Stijljaar een goede gelegenheid ze op een rijtje te zetten.

Tekst: Arjan den Boer

Rietvelds eerste en laatste ontwerpen in Utrecht waren winkels. Hij ontwierp graag winkelpuien omdat hij met glazen etalages zijn ideeën over ruimtelijkheid, openheid en licht in de praktijk kon brengen. Rietveld streefde naar een zo driedimensionaal mogelijk resultaat en een geleidelijke overgang tussen binnen en buiten. Behalve in Utrecht ontwierp hij ook winkels in Amsterdam, Den Haag, Leeuwarden en de Duitse steden Wezel en Kleef. Het spectaculairst is wellicht de koepel van Metz & Co in Amsterdam, maar in Utrecht bleven de meeste puien bewaard.

1919: Juwelier Begeer (Oudkerkhof 15)

Winkelpui Oudkerkhof 15. Foto: Arjan den Boer

Gerrit Rietveld kreeg z’n allereerste architectuur-opdracht in 1919 van z’n oude werkgever, juwelier Cornelis Begeer. Rond 1910 had hij als tekenaar en ontwerper voor Begeer gewerkt en in 1919 mocht hij een nieuwe pui voor de juwelierswinkel aan het Oudkerkhof ontwerpen. In datzelfde jaar maakte Rietveld zijn lattenleunstoel en werd lid van De Stijl, maar dat was nog niet terug te zien aan de massieve winkelpui. Decoraties en belettering waren in de gevel opgenomen: gestileerde Egyptische figuren aan weerszijden van de ramen, en de bedrijfsnaam in blokkige letters eronder. De decoraties deden denken aan houtsnedes die Rietveld toen ook maakte voor briefpapier en ex-librissen.
Bouwtechnisch was Rietveld wel vooruitstrevend bij zijn eerste gevelontwerp: de pui is van beton. Eerst werden houten mallen gemaakt van de diverse onderdelen, die daarna gegoten werden en vervolgens aan het pand gemonteerd. Het ontwerp kon destijds op waardering rekenenen; Rietveld won er een architectuurprijs mee. De winkel aan het Oudkerkhof 15 bestaat nog altijd, al is het beton later geverfd.

1923: Wessels Lederwaren (Oudkerkhof 27)

Wessels Lederwaren, ca. 1930. Foto: Het Utrechts Archief

Was Rietvelds eerste winkel nog tamelijk traditioneel, de tweede — ook aan het Oudkerkhof — was een paar jaar later zeer modern en liet duidelijk de invloed van De Stijl zien. Voor Wessels Lederwaren trok Rietveld twee winkelpanden samen en maakte dus van twee etalages één: een acht meter brede vitrine van staal en glas. De bovenkant wijkt terug en fungeert zo als bovenlicht. Ook lijkt de etalage daardoor los te staan en naar voren te komen.
De pui van Wessels doet denken aan een (verdwenen) juwelierswinkel in de Amsterdamse Kalverstraat die Rietveld in 1922 ontwierp, en waarvan foto’s te zien waren op de eerste Stijl-expositie in Parijs. Waar aan de Kalverstraat meerdere vitrines ten opzichte van elkaar versprongen, kwam aan het Oudkerkhof één lange vitrine over de breedte van twee panden. Later is deze overigens in tweeën gesplitst voor een extra ingang. Helaas is toen ook de door Rietveld ontworpen belettering van de witgeschilderde muur verdwenen.
Een ander kenmerkend element is eveneens verloren gegaan: in het midden, op de plek van de voormalige tussenmuur, liet Rietveld een consolebalk doorsteken, de zijkanten donker geschilderd en de kopse kant wit. Dit lijkt erg op de uitstekende, aan de kopse zijdes licht geschilderde balkjes van Rietvelds bekende meubels. Het moet toch haalbaar zijn om dit typische Rietveld-element weer terug te brengen aan het Oudkerkhof!

1924: Sigarenwinkel Gijsbertse (Adriaan Van Ostadelaan 37)

Reconstructie tabakswinkel Van Ostadelaan. Foto: Arjan den Boer

In 1924 verbouwde Rietveld een benedenhuis tot tabakswinkel voor z’n buurvrouw aan de Adriaan Van Ostadelaan, waar zijn meubelwerkplaats gevestigd was. Voor deze kleine opdracht ontwierp hij zowel het interieur als de buitenzijde. Rietveld verdeelde de pui in een bovenlicht en een groot onderraam. De vensters leken extra groot door de zwarte kozijnen. Net als bij het Rietveld Schröderhuis kregen de lineaire onderdelen opvallende primaire kleuren (rood, geel, blauw) en werden de vlakken wit, grijs en in dit geval ook zwart gepleisterd.
Hoewel de vensterindeling nog vaag is te herkennen, zijn de opvallende kleurrijke elementen allang verdwenen — er zijn zelfs geen foto’s van bekend, alleen een ontwerptekening waarop de kleuren vermeld staan. Op basis daarvan heb ik bijgaande reconstructie gemaakt in Photoshop. Vooral het contrast met de bovenverdieping, die ongewijzigd bleef, valt op. Het zou leuk zijn als de huidige eigenaar, Tieleman Fietsen, de gevel ook echt liet reconstrueren…

1927: Record Schoenen (Lange Elisabethstraat 5)

Record, Lange Elisabethstraat, ca. 1950. Foto: Het Utrechts Archief

Bij veel van zijn winkelpuien probeerde Rietveld de etalages driedimensionaal te maken. Bij schoenen- en sportwinkel Record aan de Lange Elisabethstraat liet hij in 1927 de beide etalageruiten schuin inspringen, zodat een lichte driehoek ontstond richting het trottoir. Het idee van een schuin naar voren springende glazen etalage paste Rietveld een jaar later op grotere schaal toe bij de firma Zaudy in het Duitse Wezel.
Opvallend was ook de belettering van Record, eveneens van Rietvelds hand: een brede band met de bedrijfsnaam aan de voorgevel, en een reclametekst over sportartikelen aan de zijgevel. De laatste stak echter door naar voren zodat de letters ‘sport’ een soort gestileerd uithangbord vormden. Het is niet moeilijk om overeenkomsten te zien met de uitstekende onderdelen van de rood-blauwe stoel en het Rietveld Schröderhuis.
Tegenwoordig is er nog steeds een schoenenwinkel (Brossois) gevestigd in het pand aan de Lange Elisabethstraat, maar de speelse etalage en uitstekende belettering zijn helaas al tientallen jaren geleden verdwenen. De winkel onderscheidt zich nu in niets meer van andere.

1936: Bioscoop Vreeburg (Vredenburg 8)

Bioscoop Vreeburg, 1936. Foto: Het Utrechts Archief

Rond 1930 was Bioscoop Vreeburg het onderkomen van de Utrechtse Filmliga, een club die avant-garde films vertoonde en waarvan Gerrit Rietveld ook lid was. De kleine, onopvallende bioscoop werd in 1936 door Rietveld uitgebreid en gemoderniseerd. De gevel en entree kregen een uitgesproken moderne uitstraling. Boven de ingang waren lichtbakken met verwisselbare letters voor de filmaankondigingen, en op de verdiepingen lieten grote lichtpanelen de naam van de bioscoop zien in door Rietveld ontworpen letters. Het was een van de eerste verlichte gevelreclames van Utrecht.
Er werden niet alleen films vertoond: in het rechtergedeelte van de benedenverdieping was een kledingwinkel gevestigd, met een verdiepte entree tussen twee glazen etalages die eveneens overvloedig verlicht waren. Boven de twee al bestaande woonverdiepingen realiseerde Rietveld een groot loft-achtig appartement waar hij zelf ging wonen. In 1974 sloot de bioscoop en kwam er een kledingwinkel (Esprit). De lichtbaken aan de gevel waren toen al afgedekt met metalen platen. In 2001 zijn vergelijkbare lichtbakken geplaatst, nu niet met letters maar met verspringende kleurvlakken, ontworpen door Atelier De Bondt.

1962: Mado (Oudegracht 119)

Etalage Mado in 1990. Foto: Het Utrechts Archief

Etalage Mado in 1990. Foto: Het Utrechts Archief

Rietveld verbouwde in 1962 de winkelpui van kantoorvakhandel Mado aan de Oudegracht en verzorgde ook de kenmerkende rode belettering. De voorste etalage lijkt opgehangen aan ijzeren staven. Om de winkel binnen te komen moet de bezoeker om de etalage heen lopen en komt dan langs de verder naar binnen liggende etalageruit, die doorloopt om de hoek. Het geheel vormt een soort fuik dat klanten naar binnen lokt. Door het vele glas en de dunne kozijnen is de overgang tussen binnen en buiten bijna onmerkbaar. Op de rechter hoek stond oorspronkelijk ook nog een sokkel met een kleine vitrine.
In 1986 kreeg de nieuwe eigenaar van Mado toestemming om de etalage te vervangen, ook al was het een monument en waren er protesten. Gelukkig heeft de winkelier er uiteindelijk toch van afgezien. Wel is de losse sokkel kort daarna verdwenen. In 2011, na meer dan 100 jaar, vertrok Mado. De nieuwe gebruiker, G-Star Raw, verfde Rietvelds vitrines donkergrijs, maar de opzet bleef in tact.

1963: Cranesteyn (Oudegracht 55)

Entree Oudegracht 55. Foto: Arjan den Boer

Entree Oudegracht 55. Foto: Arjan den Boer

Behalve puien voor winkeliers ontwierp Rietveld ook de entree van zijn eigen ‘winkel’. Vanaf 1933 was zijn architectenbureau gevestigd aan de Oudegracht 55 (Cranesteyn), waar toen ook de redactie van het culturele tijdschrift De Gemeenschap huisde. Na de oorlog had Rietveld medewerkers in dienst, en later compagnons: de architecten Joan van Dillen en Johan van Tricht. Om het bureau meer aanzien te geven werd in 1963 de entree van Cranesteyn vernieuwd.
In de hal kwam een bordestrap, en boven de deur een groot raam voor licht in het trappenhuis, even hoog als de andere ramen van de voorgevel. De deurpartij werd strak en modern in staal uitgevoerd, een opvallend contrast met het oude grachtenpand. Toen er rond 1980 appartementen in het gebouw kwamen is de bordestrap verdwenen, maar Rietvelds deur bleef behouden, en heeft pas nog een schilderbeurt gehad. De vele brievenbussen en een nostalgisch bordje ‘Cranesteyn’ verstoren wel het beeld.

1962-1969: Van Haren (Vredenburg 25)

Van Haren met oorspronkelijke etalage, 1994. Foto: Het Utrechts Archief

Ook het laatste Utrechtse ontwerp van Gerrit Rietveld was een winkel. Op de hoek van Vredenburg en Willemsstraat werden in de jaren zestig twee oude panden vervangen door een schoenenwinkel met vier kantoorverdiepingen erboven. Rietveld ontwierp alleen de gevel, belettering en etalages. Net als bij Mado liet hij straat en winkel geleidelijk in elkaar overlopen. Door de verdiepte glazen ingang tussen twee etalages kwam het trottoir als het ware naar binnen.
Het ontwerp werd na Rietvelds dood in 1964 afgemaakt door collega-architect Van Grunsven. Hij koos voor de zijgevel en verdiepingen witte en blauwgroen geglazuurde bakstenen, terwijl Rietveld witte en grijze stenen had gedacht. De winkel van Van Haren zit er nog altijd, maar de etalages zijn rond de eeuwwisseling vervangen door een vlakke glazen pui. Toch jammer, zelfs al was het was geen hoogtepunt uit Rietvelds oeuvre.


Arjan den Boer is publicist en rondleider op het gebied van monumenten en architectuur. Hij schrijft onder andere voor de Utrechtse Internet Courant over vergeten gebouwen. Daarnaast draagt hij bij aan een boek over Utrechtse naoorlogse architectuur. Ook zijn eigen website is een schat aan historische kennis. Door zijn hedendaagse blik en vlotte pen inspireert hij vele Utrechters die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van hun stad.

Ook interessant: