interview

Datum: 30-10-2025

In de deze nieuwe serie zetten we opvallende nieuwe architectuur en andere ruimtelijke ontwikkelingen in Utrecht in de schijnwerpers. Aan de hand van vier vragen werpen architecten of andere betrokkenen hun licht op de ontwerpopgave, de gemaakte afwegingen en de betekenis van het nieuwe bouwwerk voor de stad. Deze keer: Oudegracht 245 (voormalig Poppodium Tivoli).

Na jaren van werkzaamheden heeft het voormalige Tivoli aan Oudegracht 245 in september opnieuw zijn deuren geopend. Wat ooit begon als klooster en later dienst deed als weeshuis, vakbondshuis en poppodium, heeft nu een nieuw leven gekregen als hotel, wijnbar, restaurant en opnieuw een podium voor de stad. Het nieuwe ontwerp legt de structuur en gelaagde geschiedenis van het complex bloot en biedt een gastvrije plek voor bewoners en bezoekers. De herontwikkeling is tot stand gekomen door de samenwerking van Stadswaarde Vastgoedontwikkeling, initiatiefnemer Douwe van Akkerveeken en VOCUS architecten.

AORTA stelde vier vragen aan betrokken architecten Gerlinde Goudswaard en Bob Custers van VOCUS.

Voorgevel Oudegracht 245 © Chiel van Diest Fotografie

  1. Wat sprak jullie het meest aan in deze opdracht en deze plek?

Wat ons meteen aansprak was de roemruchte geschiedenis van het pand. Om daarvoor een nieuwe bestemming te vinden was een echte uitdaging! Wij vonden dat Tivoli een plek moest blijven voor de stad. Een publiek gebouw. Een plek om samen te komen in de vorm van een zaal voor kleinkunsten waar je kunt eten, drinken en ontmoeten. En waar je ook kunt overnachten. Bijzonder van dit gebouw is dat het al acht eeuwen een plek is om samen te komen: kerkgangers kwamen bijeen in de kerk van het klooster, kinderen kwamen bijeen in de tuin van het weeshuis, vakbondsleden kwamen bijeen in het chique theater van het vakbondshuis en liefhebbers van (alternatieve) popmuziek kwamen bijeen in de zaal van het poppodium. Het gebouw is door honderdduizenden mensen bezocht. Het maakt onderdeel uit van het collectieve geheugen van Utrechters, of misschien beter gezegd van Nederlanders. Want er hebben grootheden op dit podium gestaan. Dat open karakter hebben we weten vast te houden met nieuwe functies zoals Union House en Conscious Hotels.

“Elk van de gebouwdelen heeft een nieuwe functie gekregen die past bij het eerdere gebruik en de wijze waarop mensen in het verleden in dit pand hebben geleefd.”

    1. Wat was het ontwerpconcept?

De essentie zit in het terugbrengen van de leesbaarheid van de gebouwdelen. Het is een enorm groot complex van meer dan 5.500 vierkante meter. Door de laagbouw in het hart van het complex te slopen kon de oude kloostertuin weer zichtbaar worden gemaakt. Daar hebben we een glaskap overheen gelegd, waarmee weer letterlijk lucht, licht en ruimte in het gebouw is gekomen.

Een ander zeer belangrijk onderdeel is de ruimtelijke organisatie rondom de trappenhuizen en liften. Het complex telt zeven gebouwen met allemaal andere vloerhoogtes. Wij hebben op strategische plekken in het complex – bijna onzichtbaar – liften en trappen gebouwd. Daarmee konden we gebouwdelen koppelen en overbruggingen maken.

We zijn er heel trots op dat elk van de gebouwdelen een nieuwe functie heeft gekregen die past bij het eerdere gebruik en de wijze waarop mensen in het verleden in dit pand hebben geleefd.

  • Het voorhuis is voorhuis gebleven. Dit is de plek waar je binnenkomt: een lobby die verlicht wordt via een prachtig glas-in-lood-raam uit het bovengelegen lichthof.
  • Waar vroeger weeskinderen sliepen, liggen nu hotelgasten. De structuur van de ramen is leidend geweest voor het maken van de hotelkamers. De kamerstructuur paste perfect in de gevelstructuur van het weeshuis.
  • De grote zaal is vooral zaal gebleven. Helemaal nieuw ingericht, maar de essentie is overeind gebleven: je komt er samen om te genieten van (klein-)kunst en je kunt er eten en drinken.
  • De kloostertuin is weer terug gekomen. Daar waar vroeger een binnenplaats was ligt nu de overdekte tuin van Union House.
  • De kloostergang is weer een verbindingszone. Deze gang is open gemaakt door grote delen weg te halen die in het verleden zijn dichtgebouwd. Van zonsopgang tot zonsondergang is deze gang open en legt een directe verbinding tussen de Oudegracht en de Springwegtuin.

 

  1. Wat was de grootste uitdaging in het proces?

De grootste uitdaging was Corona. Alle exploitanten haakten in die periode af. Er was in één klap geen interesse meer in een restaurant, bar en een hotel. We hebben na Corona de draad weer opgepakt. Het plan lag feitelijk helemaal klaar en nieuwe exploitanten zijn ingestapt. Het is een wonder dat het plan uiteindelijk is gerealiseerd.

De samenwerking met de gemeente was goed. We hebben veel vertrouwen en ruimte gekregen. En dat het uitdagend was om alle ambities te laten passen in een oud gebouw dat is bijna een open deur. In die puzzel ligt onze passie en onze expertise.

“Achthonderd jaar historie, en dan zijn wij de vijfde gebruiker… hoe mooi is dat!”

  1. Waarom is Oudegracht 245 een aanwinst voor de stad?

Achthonderd jaar historie, en dan zijn wij de vijfde gebruiker… hoe mooi is dat! De functie van hotel en restaurant/bar/podium past perfect bij deze plek in de stad. We zijn ervan overtuigd dat dit gebruik zeker nog 100 jaar hier zal blijven bestaan. Ook als er een andere hotelexploitant of restaurant zou komen. De structuur die we hebben gebouwd past naadloos op deze plek. Dit project sluit aan bij de Utrechtse Barcode waarmee de gemeente stuurt op functiemenging.

Tot slot willen we benadrukken dat we ontzettend blij zijn dat Utrecht het podium aan de Oudegracht weer terug heeft en dat er een prachtige overdekte binnentuin is ontstaan met veel daglicht en verblijfskwaliteit. We hebben initiatief genomen, onze nek uitgestoken en hopen dat dit stukje stad weer een tijd meekan. Op naar de 1000e verjaardag van Oudegracht 245!


Over VOCUS

Het team van VOCUS werkt al sinds 1999 in historische steden met beschermde stadsgezichten. De gebouwen van de historische binnenstad zitten vaak diep in het collectieve hart van de mensen en moeten met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, liefde en aandacht benaderd worden. Werken aan de binnenstad beschouwen ze als chirurgenwerk. De ingrepen die ze doen vragen grote mate van precisie. Ze richten zich niet alleen op het gebouw, maar ook op het stedelijk systeem eromheen. In een binnenstad staat een gebouw nooit op zichzelf: het herstellen van samenhang in een straat is minstens zo belangrijk als het herstellen van individuele panden. Lees meer over VOCUS

Foto’s

Grote Zaal © Chiel van Diest Fotografie

Kloostertuin © Chiel van Diest Fotografie

Glas in lood plafond lobby voorhuis © Chiel van Diest Fotografie

Regentenzaal © Chiel van Diest Fotografie

Hotelkamer in Roghmuscaethuis © Chiel van Diest Fotografie

Kloostergang © Chiel van Diest Fotografie