Datum: 22-05-2019
Van 13 tot en met 21 mei is in het stadhuis van Utrecht de reizende tentoonstelling Panorama Nederland te zien geweest, een optimistisch toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Door Maurice Hengeveld.
Het laat op bijzondere wijze zien hoe de grote maatschappelijke vraagstukken van nu de sleutel kunnen zijn voor welkome, structurele verbeteringen in de toekomst. Woensdag 15 mei was de openingsbijeenkomst georganiseerd door de gemeente en provincie Utrecht en AORTA.
Nederland staat voor een aantal complexe vraagstukken. Klimaatverandering, de snel vergrijzende samenleving, de noodzakelijke overstap naar hernieuwbare energie, het nijpende woningtekort en verduurzaming van de landbouw. Stuk voor stuk opgaven waarvan iedereen de gevolgen zal ervaren, zowel in ons landschap als in onze levensstijl. Het College van Rijksadviseurs (CRa) schetst met Panorama Nederland een optimistisch toekomstperspectief. “Een Nederland dat voor iedereen uiterst herkenbaar blijft, maar dat toch op allerlei terreinen fundamenteel anders werkt: rijker, hechter, schoner.” Panorama Nederland is een publicatie, maar ook een fysiek panorama: een 360 graden verbeelding op ooghoogte waarin bezoekers zelf een kijkje kunnen nemen in de toekomst. Dit panorama reist in 2019 door het land en was van 13 tot en met 21 mei (relatief kort helaas!) te zien in de hal van het recent, na grondige renovatie, heropende stadhuis aan de Stadhuisbrug. Het dient als inspiratie voor de discussies over de nieuwe omgevingswet en -visies in Nederland.
Vergezicht op een herkenbaar Nederland, dat fundamenteel anders functioneert
Panorama Nederland is nadrukkelijk geen blauwdruk, maar bedoeld om te inspireren. De dringende noodzaak van de geformuleerde opgaven leidt, volgens het CRa, her en der tot onrust en onzekerheid in de samenleving. Het CRa stelt: “De grootste vraagstukken zijn bovendien naar boven gekomen in de recente crisisjaren, juist in een tijd waar we op ons kwetsbaarst waren. Daar komt bij dat de oproep voor verandering vaak ten onrechte geformuleerd wordt in de vorm van doemscenario’s die zo dreigend zijn dat ontkenning, fatalisme en apathie gemakkelijk de kop opsteken. De combinatie van complexiteit, urgentie en sociaaleconomische kwetsbaarheid kennen we ook uit de tijd van de wederopbouw. Die periode kenmerkte zich ondanks alle moeilijke omstandigheden door een aansprekende cultuur van verandering en groot optimisme, een periode waarin met de inzet van de beste krachten een nieuwe maatschappij werd opgebouwd. Het toont dat optimisme en verlangen een krachtige motor voor verandering zijn.”
“Ook in Utrecht zijn de ambities en uitdagingen op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling enorm en daar kan de stad wel wat inspiratie bij gebruiken”, vindt Floor Koning van GroenLinks Utrecht. Het was om die reden dat zij de griffie benaderde om Panorama Nederland naar Utrecht te halen, wat uiteindelijk samen met gemeente, provincie en Aorta mogelijk werd gemaakt. Koning: “In Utrecht willen we zoveel doen in de beperkt beschikbare ruimte: meer betaalbare woningen, ruimte voor natuur en dieren en meer energieopwekking. Dit jaar moeten we besluiten nemen over de Ruimtelijke Strategie Utrecht en met de regio over het Ruimtelijk Economisch Programma (REP).” Dat zijn belangrijke koersdocumenten waarin Gezond Stedelijk Leven voorop staat, deels over dezelfde duurzame thema’s als Panorama Nederland.
Stedelijke ontwikkeling als motor voor een aantrekkelijke en sociale leefomgeving
Afgelopen woensdag 15 mei vond een bijeenkomst in het kader van Panorama Nederland plaats in het stadhuis van Utrecht voor een zaal vol beroepsmatig of anderszins betrokken Utrechters. Daarbij gaf Daan Zandbelt, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, een lezing over de tentoonstelling om vervolgens in te zoomen op het thema Gezond Stedelijk Leven/Gezonde Leefomgeving. Hij wil de voorliggende opgaven als kans zien in plaats van als bedreiging om zo te komen tot plannen waar we gelukkig en gezond van worden. Geluk en gezondheid zou wat Zandbelt betreft best het nieuwe toetsingscriterium mogen worden, waarbij het van belang is dat de opgaven in samenhang worden bekeken en dat oplossingen voor de lange termijn moeten worden bedacht, dus niet te gehaast. De energietransitie bijvoorbeeld, zou tevens aanleiding kunnen zijn om ook oude(re) wijken aan te pakken en kan daarnaast ook breder gezien worden dan alleen energieopwekking. Het creëert onder andere ook nieuwe werkgelegenheid.
Een ontwikkeling als die van de Merwedekanaalzone in Utrecht kan enerzijds een antwoord zijn op de prangende woningbouwopgave en anderzijds een impuls voor het aangrenzende Kanaleneiland. Bij dergelijke gebiedsontwikkelingen moeten nadrukkelijk ook nieuwe vormen van stedenbouw worden ingezet met focus op een gemengd programma en een mix van kwaliteiten als reuring, rust en ruimte. Ontwerpers en ontwikkelaars moeten daarin gezonde verstedelijking in hun ontwerpen en plannen centraal stellen. Gezond gedrag valt uiteindelijk niet op te leggen, maar kan wel worden gestimuleerd door de inrichting van de stad. Voor de Utrechtse binnenstad ligt daarbij de uitdaging in het stimuleren van fietsen, volgens Zandbelt, waar mogelijk langs bestaande waterstructuren en het afvangen van autoverkeer vanaf de buitenring. Nieuwe parkeerlocaties zijn dan nodig alsmede daaraan gekoppelde nieuwe producten en diensten. Wel is het van belang om te voorkomen dat de fiets de nieuwe auto wordt voor wat betreft de inrichting van openbare ruimte. Die mag, stelde Zandbelt, nooit als ‘restruimte’ gezien worden.
Paul Roncken, onafhankelijk adviseur Ruimtelijke Kwaliteit voor de provincie Utrecht vertaalde het verhaal vervolgens naar regionale proporties met de renaissance van het platteland en regiovorming als belangrijke uitdagingen. De vraag dient zich daarbij aan wat er aantrekkelijk is aan het platteland voor mensen met een urbane instelling. Agro-toerisme kan op die vraag een antwoord zijn. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer microbrouwerijen te vinden in de groenmetropool Utrecht. Voor de productie van bier en cider zijn graanvelden, fruitgaarden, hopvelden en kruidrijke graslanden nodig, maar ook lokaal bronwater. Het beleefbaar en herkenbaar maken van dit ‘Lekkere Landschap’ kan met een culinaire route die ook de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie met elkaar verbindt. De stad staat volgens Rocken niet op zichzelf, het landschap hoort daar bij. Samenwerking is volgens hem nodig waar belangen, bijvoorbeeld die tussen stad en platteland, lijken te verschillen en daarbij pleitte hij tevens voor het stimuleren en faciliteren van gevraagd en ongevraagd meedenken en meedenkers als hijzelf en het RCa op meerdere schaalniveaus.
Veel waardevolle input opgehaald bij de huidige gebruikers en omwonenden
Stedenbouwkundige Judith de Koster, directeur/partner van BGSV – bureau voor stedenbouw, tenslotte stond stil bij de thema’s gezond stedelijk leven en duurzaamheid als belangrijke pijlers binnen het koersdocument voor de Cartesiusdriehoek in Utrecht. Voor deze enclave in de stad zijn de duurzaamheidskaders op gebouw- en gebiedsniveau alsmede op het gebied van mobiliteit uitgebreid onderzocht en werd een ambitie geformuleerd die, volgens betrokken partijen, uniek is voor Utrecht. Als opgave kreeg BGSV mee dat er circa 2.500 woningen moesten komen, dat het plan veel groenruimte moest bevatten én dat de automobiliteit op de aangrenzende Cartesiusweg niet zou toenemen. Hoge ambities maakten volgens De Koster het uiteindelijke plan beter, waarbij ook veel waardevolle input werd opgehaald bij de huidige gebruikers en omwonenden. Het plan is een ruimtelijk raamwerk gevormd door het cultuurhistorische CAB gebouw als centrale ontmoetingsplek en de ontsluitings- en de groenstructuur, waarbinnen de verschillende delen gefaseerd ingevuld kunnen worden.
Na de presentaties vond onder leiding van moderator Friso Wiersum een groepsgewijze discussie plaats rond 4 thema’s. Leiden duidelijker eisen bijvoorbeeld tot een beter plan? De opgehaalde reacties daarop varieerden van ‘geef geen lijstjes van eisjes mee, maar geef duidelijk aan wat je ambities zijn’ tot ‘verbindt het fysieke domein met het sociale domein’ tot ‘laat bewoners meesturen’. Over hoe sociale tweedeling tegen te gaan kwam onder andere de suggestie om te sturen op betaalbaarheid en kwaliteit en om werk/arbeid terug te brengen in buurten en wijken. Opmerkelijke suggestie bij de renaissance van het platteland als thema was om de aldaar ingezette bodemdaling als kans te benutten op zoek naar nieuwe verdienmodellen voor agrariërs. En binnen het thema hoe maak je overlast (in drukke steden) acceptabel werd voorgesteld om te spreken over reuring in plaats van overlast en bewoners ‘zachtjes dwingend te verleiden’ dat te accepteren voor wat het is, bijvoorbeeld door ze (meer) te betrekken.
De grote thema’s en opgaven van Panorama Nederland raakten daarmee weliswaar weer iets op de achtergrond, maar de oproep van het CRa om in ons kleine landje nadrukkelijk in te zetten op samenwerking kwam er wel duidelijk uit naar voren! De hoop is dat zoveel mogelijk mensen het rondreizend panorama zien, ermee aan de gang gaan en het gebruiken als gereedschap om de discussies over de nieuwe omgevingswet te voeden. Een rijker, hechter en schoner Nederland ligt volgens Panorama Nederland binnen bereik als er in het hele land aan de door het CRa geformuleerde opgaves wordt samengewerkt. Tijdens de afsluitende borrel werd daartoe een eerste aanzet gegeven en werden contactgegevens en visitekaartjes uitgewisseld.