Datum: 20-06-2019

Verslag openingsavond Dag van de Architectuur door Maurice Hengeveld.

Als opening voor de Dag van de Architectuur vond afgelopen vrijdag 14 juni in het Utrechtse stadhuis een lezingenavond plaats over drie interessante renovatieprojecten in de Domstad. Die van het inmiddels heropende Stadhuis, de recent afgeronde transformatie van Nijenoord en de nog in gang zijnde verbouwing van Post Utrecht. De boeiende verhalen erachter van de betrokken architecten hadden één grootste gemene deler, er dienen zich volop uitdagingen, kansen en keuzes aan!

Complexe projecten
Dat de Domstad groeit en verandert kan inmiddels niemand meer zijn ontgaan. Geen grote stad die zo hard groeit als Utrecht”, kopte het Algemeen Dagblad begin 2019 nog. “Afgelopen jaar kwamen er bijna vijfduizend nieuwe Utrechters bij. Het is de enige van de vier grote steden waar meer Nederlanders naartoe verhuisden dan uit wegtrokken.” Utrecht verwacht in 2040 meer dan 455.000 inwoners te hebben en bouwt daarom de komende jaren duizenden woningen. Om daarbij de leefbaarheid op peil te houden wordt er ook flink geïnvesteerd in de openbare ruimte en voorzieningen. Het aantal bouwprojecten in de stad is dan ook enorm. Naast nieuwbouw moeten ook bestaande gebouwen dikwijls worden aangepast aan nieuwe bewoners en nieuw gebruik. Voor monumenten gelden daarbij heel wat eisen, regels en bepalingen, wat dergelijke transformaties tot bijzonder complexe projecten maakt. In het onlangs heropende Stadhuis organiseerde AORTA daarover een boeiende lezingenavond in het kader van de Dag van de Architectuur.

Herman Bakker over het Stadhuis, foto Bas van Setten

Een tijdlaag toevoegen
Na een kort welkomstwoord door wethouder Anke Klein van o.a. erfgoed vertelt architect Herman Bakker van Van Hoogevest Architecten als eerste spreker over de indrukwekkende renovatie van het Stadhuis. Afgelopen mei vond de feestelijke heropening plaats. Niet alleen kregen de buiten- en binnenkant van het gebouw een flinke opknapbeurt, het pand is tevens aanzienlijk duurzamer gemaakt. Daarbij moest met respect voor de eerdere renovatie door architect Enric Miralles in 2000 worden gewerkt. Zijn partner, Benedetta Tagliabue van architectenbureau EMBT uit Barcelona, werd daarom nauw betrokken bij de plannen. Het historische deel van het stadhuis is teruggebracht naar 1840, terwijl de moderne aanpassingen van Miralles in de woorden van Bakker zijn ‘voltooid’. Binnen het project stond een aantal sub opdrachten centraal, te weten onderhoud, verduurzaming, veranderd gebruik en behoud van de monumentale waarde. Daarbij moest het gebouw nadrukkelijker worden geopend voor de stad.

Uit onderzoek naar de historie van het Stadhuis als bijzonder monument bleek de gelaagdheid als gevolg van alle verbouwingen, uitbreidingen en veranderingen, die in de loop der tijd hebben plaatsgevonden. Bakker heeft in zijn plannen gezocht naar mogelijkheden om die gelaagdheid zichtbaar terug te brengen en daarbij tevens een nieuwe tijdlaag toe te voegen. Zo zijn onder andere de oude verfkleuren teruggebracht en kreeg de centrale hal zijn publieke functie terug door de hoofdentree aan de Oudegracht weer open te stellen en daarbij een nieuwe doorgang te creëren met een doorkijk naar het Stadhuisplein. De herstelde buitenkozijnen kregen verschillende kleuren en maken zo zichtbaar uit hoeveel panden het Stadhuis bestaat. Tegelijk moest het gebouw worden aangepast naar de eisen van deze tijd door onder andere verbeterde energieprestaties, waarbij concessies onvermijdelijk waren vanwege de monumentale status. Zo is bijvoorbeeld een zonnewarmtesysteem aangebracht ónder de dakpannen.

Nijenoord, beeld OPL Architecten

Van school naar woongebouw
Van een geheel andere orde is de inmiddels afgeronde transformatie van het voormalige gebouw van de Hogeschool Utrecht (HU) in Ondiep naar woongebouw Nijenoord. Afgelopen mei zijn de eerste bewoners ingetrokken. Architect Jasper Molenaar van OPL Architecten uit Utrecht licht de transformatie toe. Gerealiseerd in 1959 naar een ontwerp van architect Dirk Roosenburg (1887-1962) als kantoorgebouw van de Detam wordt het breed gezien als waardevol architectonisch erfgoed. OPL Architecten baseerde het transformatieontwerp daarom op versterking en accentuering van de karakteristieke elementen van het oorspronkelijke gebouw. Daarbij werd de gevel vervangen en aangepast naar de huidige technische en duurzame eisen met dezelfde horizontale doorlopende raam en borstweringen van weleer. De naastgelegen toren werd pas toegevoegd in de jaren 80 van de vorige eeuw en had daardoor geheel andere kenmerken.

Veel originele details zijn bij de eerdere transformatie van Detam naar HU verloren gegaan, zoals de oude beeldbepalende vensters en het gevelaanzicht door toevoeging van collegezalen. Het terugbrengen van het originele beeld/aanzien van het gebouw diende daarom als uitgangspunt in de plannen. De verkaveling tot 195 woningen voor zowel starters als gezinnen bleek een heel gepuzzel. Met het toevoegen van een parkeerkelder met groen dak, een tweede hoofdentree, binnengalerijen en balkons aan de buitenzijde werd uiteindelijk een acceptabel plan gemaakt. De ophanging en inpassing van de balkons aan en in de buitengevel zorgde daarbij nog voor wat problemen en werd uiteindelijk afwijkend van het originele ontwerp uitgevoerd met een stalen voorzetconstructie. De toren, wat grover van constructie en meer gesloten, werd opener gemaakt met inpandige balkons.

Post Utrecht, foto Kees Hummel

Blending in op de Neude
Tot slot gaat architect Mattijs Rijnboutt in op het ontwerp voor Post Utrecht. Dit icoon aan de Neude, voorheen hoofdpostkantoor, gaat plek bieden aan de Centrale Bibliotheek, winkels en meer. Het interieur is verregaand aangepast en ook het volume en aanzien, met een geheel nieuwe gevel aan de Oudegracht, wijken sterk af van het oorspronkelijke gebouw. Tegelijk zijn de karakteristieke uitstraling van het gebouw en de kenmerkende centrale hal behouden. Het nieuwe programma betekent ook een ander gebruik dan voorheen, toen alleen de centrale publiekshal openbaar toegankelijk was. In de nieuwe situatie wordt bijna het hele gebouw alzijdig publiekstoegankelijk: de bibliotheek vanaf de Neude met toegang tot het boven de toegevoegde winkels gesitueerde auditorium met horeca en tevens uitzicht op de stad, de fietsenstalling vanaf de Drakenburgstraat, de winkels vanaf de Oudegracht en een nieuw foodconcept in het souterrain vanaf de Potterstraat.

Rijnboutt vertelt bevlogen over Post Utrecht, in zijn ogen straks echt weer een icoon van en voor de stad. Hij voert de aanwezigen mee terug naar de tijd van PTT Post als staatbedrijf, dat zeer zorgvuldig is omgegaan met zijn gebouwen. Ook dit ontwerp van Crouwel, nadrukkelijk geïnspireerd op het Post- en Telegraafgebouw in Rotterdam, verkeert nog in een uitstekende staat van onderhoud. De gevel bijvoorbeeld is zo gaaf bewaard gebleven, dat daarin geen isolatie is toegepast. Rijnboutt spreekt dan ook van het toevoegen van een eerste tijdlaag, in relatie tot de renovatie van het Stadhuis, onder andere door de toevoeging van een aanzienlijk bouwvolume aan de Oudegracht. Daarbij is veel aandacht besteed aan verfijning in toepassingen, zoals in de keramische verticale dakpanelen, die zich prachtig verhouden tot of blenden met de bestaande dakconstructie. Verduurzaming, altijd een ingewikkeld vraagstuk bij monumenten, is vooral uitgevoerd in de aanwezige en nieuw toegevoegde installaties.

Foto: Bas van Setten

Uitdagingen, keuzes en kansen
De constatering van Rijnboutt dat renovatie en verduurzaming van historische gebouwen en monumenten altijd een ingewikkeld vraagstuk is blijkt uit alle drie de presentaties deze avond. Dat daarbij dikwijls concessies moeten worden gedaan ten opzichte van het oorspronkelijke plan en ontwerp lijkt evident. Uitdagingen en beperkingen die zich kunnen aandienen leiden echter ook weer tot innovatieve nieuwe oplossingen, constructies en toepassing. Vanuit het publiek deze avond kwamen vragen over verduurzaming en specifieke toepassingen daartoe, zoals het zonnewarmtesysteem onder het dak van het Stadhuis, stadsverwarming in de vloer van woongebouw Nijenoord en de enorme energiebesparing door nieuwe installaties in Post Utrecht. Dat keuzes daarbij weliswaar zorgvuldig, maar dikwijls toch ook pragmatisch zijn ingestoken mag duidelijk zijn. Ze leiden desondanks over het algemeen tot grote verbeteringen ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp terwijl het historisch perspectief overeind blijft.

Welke uitdagingen, keuzes en kansen zich aandienen bij transformatie, renovatie en verduurzaming van erfgoed kwam deze avond duidelijk naar voren. Zo ook hoe dit bij de verschillende projecten werd aangepakt met respect voor het erfgoed zelf en het gebruik daarvan. De opgave bij de transformatie van het Stadhuis lag nadrukkelijk in een goede verhouding tussen aanpassingen aan het monumentale deel van het gebouw en de eerder door Miralles aangebrachte laag van veranderingen en vernieuwingen. Bij Nijenoord speelde meer het behoud van vorm een rol nadat de bestemming was veranderd van kantoor, later school, naar bewoning. Aan Post Utrecht tenslotte werd een eerste nieuwe laag toegevoegd door onder andere de aanbouw van een geheel nieuw volume aan de Oudegracht. Drie nogal uiteenlopende opgaves, benaderingen, ontwerpen en uitvoeringen, die alle drie inspiratie bieden bij de aanpassing en/of renovatie van bestaand erfgoed in de stad. Ietwat onderbelicht bleef de vraag wat het belang is van hergebruik en transformatie van monumenten in een veranderende stad.

Voor een indruk van de avond, zie een videoverslag van Marja Verstoep.

Deze lezingenavond was georganiseerd in het kader van de Dag van de Architectuur Utrecht. Zo waren zaterdag 15 juni ook rondleidingen in het Stadhuis en Post Utrecht. Zie het beeldverslag van de dag.

Aanstaande woensdag 3 juli organiseert AORTA samen met de gemeente en het Utrechts Monumenten Fonds het Symposium Hoe verduurzaam je een monument? Meld je tijdig aan!

Wie meer wil lezen over Utrecht als moderne stad vol geschiedenis en beleid rondom Erfgoed kan terecht op Erfgoed Utrecht.