Datum: 11-05-2016

Steden staan voor een aantal grote uitdagingen, zeker ook op het gebied van mobiliteit.
Tijdens het levendige congres ‘De gezonde en bereikbare stad van de toekomst’, afgelopen 18 april, werden de ingrijpende keuzes vanuit verschillende invalshoeken belicht. Het nieuwe Utrechtse mobiliteitsplan ‘Slimme Routes, Slim Regelen, Slim Bestemmen’, dat invulling wil geven aan deze uitdagingen, vormde de aanleiding voor het congres en kreeg veel lof, maar ook een aantal kritische kanttekeningen. ‘Minder vanuit het boekje en meer vanuit de stad’ is weliswaar het vertrekpunt, maar dat lijkt alleen mogelijk bij een brede samenwerking en een sterk verhaal ter onderbouwing.

Tekst: Maurice Hengeveld

Complexe opgave
‘Ruim baan voor de voetganger, nieuwe routes met korte reistijden voor de fietser, een kwaliteitssprong voor het openbaar vervoer, minder doorgaand autoverkeer door en slimmere logistiek in de stad.’ Dat zijn de door de gemeente Utrecht op haar website geformuleerde hoofdpunten uit het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan ‘Slimme Routes, Slim Regelen, Slim Bestemmen’. Met het in maart 2016 aan de gemeenteraad voorgelegde plan sorteert het Utrechtse college voor op de verwachte toename van mobiliteit in de snel groeiende Domstad. De prognose is dat Utrecht de komende tien jaar naar 400.000 inwoners groeit en dat vraagt om slimme keuzes voor de toekomst. Volgens verkeerswethouder Lot van Hooijdonk moeten die keuzes nu worden gemaakt ‘om de stad ook in de toekomst gezond, aantrekkelijk en bereikbaar te houden’. Zij spreekt van een systeemsprong, waarbij enerzijds de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk moet worden gebruikt terwijl anderzijds de kwaliteit van de omgeving voor bewoners en bezoekers centraal moet staan. Een complexe opgave die de nodige aanpassingen zal vragen.

Ook slim bestemmen
Rond die voor menigeen gevoelsmatig onmogelijke combinatie ligt het antwoord wellicht in een tot nu toe redelijk onderbelicht onderdeel van de plannen. Naast de door de gemeente geformuleerde hoofdpunten (zie hierboven), gaat bereikbaarheid als thema en opgave nadrukkelijk ook onderdeel vormen van ruimtelijke planvorming. Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in Utrecht moeten gaan aansluiten bij de (toekomstig) beschikbare infrastructuurcapaciteit in en rond de stad. In gebieds- en omgevingsvisies, stedenbouwkundige programma’s van eisen en omgevingsplannen moeten randvoorwaarden worden opgenomen die betrekking hebben op zaken als verblijfskwaliteit en mobiliteitsmanagement. Onder andere goede aansluiting op fiets-/voetgangersverbindingen, openbaar vervoer en stedelijke verbindingswegen gaan voortaan onderdeel vormen van de ruimtelijke planvorming. De gemeentelijke projectgroep Beter Bestemmen gaat in beeld brengen op welke wijze dit juridisch houdbaar kan worden geformuleerd. De eerste Omgevingsvisie op gebiedsniveau, voor Vleuten-de-Meern, wordt als testcase gebruikt.


Beeld: http://www.utrecht.nl/fileadmin/uploads/documenten/3.ruimtelijk-ontwikkeling/Utrecht_Bereikbaar/nota-slimme-routes-slim-regelen-slim-bestemmen.pdf (zie pagina 82)

Waarheen? Waarvoor?
Duidelijk is dat de ingrijpende keuzes uit het verkeers- en vervoersplan tijd en uitleg nodig hebben om te landen. Dit niet in de laatste plaats omdat voor de komende jaren een flink aantal omvangrijke fysieke uitvoeringsprojecten geprogrammeerd staat, waarbij menig verkeersdeelnemer zijn of haar dikwijls ingesleten patronen en vanzelfsprekende routes zal moeten aanpassen. Tijdens de door Aorta samen met de gemeente Utrecht georganiseerde conferentie ‘De gezonde en bereikbare stad van de toekomst’. gaven vier sprekers hun visie op de relatie tussen mobiliteit en stedelijke ontwikkeling. Wat zijn de kansen en wat is er voor nodig? Hoe kan verkeer bijdragen aan maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen en vice versa? Afsluitend gaf Lot van Hooijdonk, wethouder verkeer en mobiliteit, duurzaamheid en milieu, in een interview haar visie op het belang van de gepresenteerde ontwikkelingen voor een stad als Utrecht en de kansen en mogelijkheden voor het gemeentebestuur om daar ‘slim’ op in te spelen.

Bereikbaar én aantrekkelijk
Onder de prettige leiding van moderator Bart Cosijn startte de conferentie met een presentatie van Mark Degenkamp, beleidsadviseur mobiliteit bij de gemeente Utrecht, die inzoomde op het vertrekpunt van SRSRSB. Dat voert terug naar het ambitiedocument ‘Utrecht Aantrekkelijk Bereikbaar’, vastgesteld in 2012. Bij de destijds gehouden raadplegingen kwam aandacht voor de openbare ruimte naar voren als belangrijk aandachtspunt. Die aandacht vormt dan ook de basis voor het nu voorliggende plan waarbij ‘functional ambiance’ en ‘shared space’, afhankelijk van de locatie, de ingrediënten vormen. De openbare ruimte moet meer dan nu het geval is als praktisch én prettig worden ervaren. Om dat te bereiken moet er minder vanuit het boekje en meer vanuit de locatie worden gewerkt aan verbetering, waarbij veel afhangt van de uiteindelijke gebruiker (bewoners, bezoekers, bedrijven). Een goede en brede samenwerking en een sterk verhaal ter onderbouwing zijn daarbij dan ook onontbeerlijk volgens Degenkamp. Daar ligt volgens hem nog een belangrijke taak!

Nieuwe keuzes onontbeerlijk
Vervolgens was het Wouter Veldhuis van MUST Stedenbouw die de aanwezigen meenam in een aansprekend historisch perspectief op de ontwikkeling van steden in het algemeen en de ontwikkeling van Utrecht in het bijzonder. Mobiliteit speelt daarin een niet te onderschatten rol volgens Veldhuis en ook in diverse toekomstscenario’s van het CPB is voor een stad als Utrecht een grote rol weggelegd. Nieuwe keuzes op het gebied van ruimtelijk beleid, ontwikkeling van netwerken voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en meer aandacht voor de gebruiker zijn hard nodig. Lof was er daarom voor de toekomstkeuzes in SRSRSB, maar kritische kanttekeningen plaatste Veldhuis ook. Denk groter, buiten de stadgrenzen was één van zijn aanbevelingen. Regionale verbinding door middel van hoogwaardig OV biedt enorme kansen voor de stadsregio. Het voorliggende mobiliteitsplan is volgens Veldhuis te weinig gericht op ‘groot Utrecht’ en meer verhaal daarover is dan ook gewenst. Ook pleitte Veldhuis voor hogere dichtheden op relevante locaties, zoals op het Defensieterrein in de dicht bij het stadscentrum gelegen Merwedekanaalzone.

Technologie en beleving
Gaan technologische ontwikkelingen inmiddels sneller dan wij aankunnen en is het voorspellen van de toekomst als basis voor beleidsplannen daarmee niet een welhaast onmogelijke opgave geworden? Kees Jansen, stadsfilosoof en strateeg Slimme Steden bij Pluraal liet aan de hand van actuele voorbeelden uit de robotica, het 3D printen en het gebruik van drones zien dat de toekomst dichterbij is dan menigeen denkt. Hoewel het moeilijk is daarop te anticiperen mist Jansen aandacht voor dergelijke technische innovaties in SRSRSB. Bijvoorbeeld de opmars van slimme stoplichten die het verkeersaanbod scannen. Omgevingspsycholoog Camilla Meijer van Omgeving & Beleving bracht de aanwezigen vervolgens weer terug bij de dagelijkse beleving van openbare ruimte vanuit het perspectief van de voetganger. Een voetgangersvriendelijke stad is vriendelijk voor iedere gebruiker stelt Meijer, die mede daarom blij is met het centraal stellen van voetgangers en beleving in Utrecht. Daarbij is het volgens Meijer van belang om de integrale kijk op mobiliteit ook goed te bewaken in de uitvoeringsprojecten.

Een menselijker gezicht
In een afsluitend interview met de inmiddels aangeschoven Lot van Hooijdonk bracht moderator Bart Cosijn nog even de hoogtepunten van de middag onder de aandacht. Van Hooijdonk benadrukte daarbij nog eens dat SRSRSB als verdere concretisering het eerdere ambitiedocument ‘Utrecht aantrekkelijk en bereikbaar’ eigenlijk een herverdeling van ruimte is. De concrete uitwerking daarvan vergt volgens van Hooijdonk echter nog wel het nodige. Trots is zij vooral op de verbinding met ruimtelijke ontwikkeling en de inrichting van de openbare ruimte in de stad. Blij is de wethouder ook met vanuit de stad aan gedragen plannen, zoals die voor de herinrichting van het Oudkerkhof en de Lange Nieuwstraat , waar vanuit de gemeente ook ruimte aan wordt geboden. Rond grotere opgaves, zoals de opwaardering en uitbreiding van het (regionaal) OV-netwerk, is de gemeente echter afhankelijk van andere overheden. Dat maakt het volgens Van Hooijdonk vooralsnog moeilijker om daarop te sturen. Trots is zij over een aantal ingrepen die inmiddels al concreet hebben geleid tot een ander gebruik van de openbare ruimte. ‘Machines eruit en mensen erin! Een menselijker gezicht van de stad vergroot de leefbaarheid.’

Tot slot
Wat buiten beeld bleef tijdens de conferentie is een toelichting op de wijze waarop de gemeente Utrecht, anders dan in algemene berichtgeving op Utrecht.nl, over de plannen gaat communiceren. Waar tijdens de conferentie een aantal keren nadrukkelijk het belang van een goed verhaal werd aangehaald én in het verlengde van ‘Utrecht maken we samen’, de titel van coalitieakkoord 2014-2018, zou de communicatie zich in de toekomst meer en nadrukkelijker mogen toespitsen op de belangrijkste doelgroep: de op dit moment circa 339.000 inwoners van Utrecht. Zij worden op diverse locaties in hun stad inmiddels dagelijks geconfronteerd met herinrichtingswerkzaamheden die direct uit het gemeentelijk mobiliteitsplan voortvloeien. Zij zijn het die hun ingesleten patronen en vanzelfsprekende routes in de dagelijkse praktijk zullen moeten aanpassen aan de mobiliteitskeuzes uit SRSRSB. Met het actieplan De Gebruiker Centraal zet de gemeente in op een gerichte(re) campagne en inderdaad een goed verhaal? Het eerder op YouTube en de gemeentelijke website gedeelde animatiefilmpje zou daarbij zomaar een goed instrument kunnen zijn.


Maurice Hengeveld is freelance tekstschrijver-redacteur-journalist en tevens als pr/communicatiemedewerker verbonden aan het gebiedsproject Meer Merwede. Hij werkte voorheen als hoofdredacteur bij DUIC.nl en als coördinator pr/communicatie bij De Kargadoor. Maurice richt zich voornamelijk op storytelling, brand journalism en web content strategie en schrijft graag over zijn stad: Utrecht.